Het afgelopen decennium bevatte voor Ben Affleck een mooie eerste helft (zijn derde kind werd geboren en Argo leverde hem een tweede Oscar op), maar het tweede was beduidend minder: zijn huwelijk strandde, Live by Night was een prijzige flop, het MeToo-discours ontzag hem niet en dat Batman-avontuur pakte ook niet helemaal uit zoals hij het zich waarschijnlijk had voorgesteld. Tot overmaat van ramp maakte zijn eerder ingetoomde alcoholverslaving een rentree, waardoor de toch al veelvuldig rond hem heen cirkelende paparazzi nog een tandje bijschakelden. Na dergelijke imagoschadende levensfasen pogen de meeste Hollywoodsterren in hun rolkeuze elke associatie daarmee te vermijden, maar Affleck blijkt uit ander hout te zijn gesneden. Durf kan hem aldus niet worden ontzegd, ook al is het eindresultaat niet helemaal bevredigend.
Bij aanvang van The Way Back bevindt Jack Cunningham zich in een vergelijkbaar dal als zijn vertolker. Nu zijn huwelijk eraan is, is hij overdag een anonieme werknemer in de bouw en 's avonds een dusdanig vaste verschijning in een café dat praktisch iedereen hem bij naam kent. Hoewel hij in die laatste hoedanigheid nog enigszins als een sociale drinker oogt, slaat hij ook gerust wat achterover tijdens werktijd of wanneer hij alleen thuis is. Het wordt nooit hardop benoemd, maar het is duidelijk dat Jacks met alcohol de leegte in zijn leven probeert te vullen. Vooral het systematische aspect van de verslaving wordt goed neergezet: bij elk blikje bier dat Jack uit zijn vriezer pakt, legt hij het volgende alvast koud. Zijn gezuip is klaarblijkelijk niet impulsief, maar onderdeel van een routine.
Met zijn lamlendige leven is er nog maar weinig dat doet denken aan Jacks glorietijd als sterspeler van het basketbalteam van zijn middelbare school. Toch blijkt hij nog niet helemaal te zijn vergeten, wanneer zijn oude schoolhoofd hem vraagt het huidige basketbalteam te komen coachen. Het wordt nooit expliciet gesteld waarom Jack deze baan aanneemt, maar het lijkt aannemelijk dat hij onbewust toch ook wel enigszins inziet dat zijn leven op een dood spoor is beland en wel wat verandering kan gebruiken, ook al is hij er nog niet klaar voor om de drank definitief vaarwel te zeggen. Het aannemen van de baan blijkt een goede keuze, want terwijl het team onder zijn leiding beter wordt en begint zowaar wedstrijden begint te winnen, krijgt Jack zijn leven weer een beetje op de rails.
Na in de opening nog overtuigend een tragische zuiplap te hebben neergezet, weet Ben Affleck als coach een goede balans te vinden tussen jeugdig enthousiasme en agressieve frustratie. Hierdoor blijf je goed op je hoede, in plaats van rustig achter te leunen in het vertrouwen dat het nu wel goed zal komen met Jack. Aangenaam genoeg zijn diens coachkwaliteiten niet beperkt tot inspirerende speeches (al zijn er daarvan genoeg), maar wordt vooral zijn kennis van het spel aangewend. Zo ziet hij aanvoerderskwaliteiten in een timide speler die zelf nooit een dergelijke rol zou hebben opgeëist, maar zich graag als zodanig bewijst wanneer zijn coach laat blijken vertrouwen in hem te hebben.
Hoe Jack de positie van coach verkrijgt is overigens niet veel anders (het schoolhoofd ziet iets in hem dat hij nooit in zichzelf zou hebben gezien), maar paradoxaal genoeg maakt dat de film helaas niet beter. Jack heeft geen enkele ervaring als trainer, maar krijgt de baan toch in zijn schoot geworpen, puur op basis van zijn verleden als speler. Daarmee stapt de film vrolijk over de aloude wijsheid heen dat sterspelers lang niet altijd geschikt zijn voor het trainerschap. Het lijkt aldus een mooie opzet voor stevig drama om in alle onbezonnenheid een triest geval van vergane glorie met een drankprobleem als coach aan te stellen, maar daar wordt vrijwel niets mee gedaan. Jack hoeft aldus nooit zijn status als coach te verdienen en degene die hem heeft aangesteld hoeft daar ook geen moment spijt van te hebben.
Was het daarom niet veel interessanter geweest als Jack zelf had besloten dat zijn leven zingeving miste en het coachen van een basketbalteam hem daarin zou kunnen helpen? Dat hij wel degelijk in staat zou zijn een leven zonder drank te kunnen hebben. Het is waarschijnlijk geen toeval dat hij terechtkomt op een school waar het geloof een voorname rol speelt, aangezien het twaalfstappenprogramma voor het afkicken van een alcoholverslaving eveneens gebaseerd is op het accepteren van een hogere macht. De film slaat je gelukkig niet om de oren met religieuze dooddoeners, maar gaat gek genoeg ook niet echt in op het opgeworpen religieuze aspect. Aan de zijlijnen zijn enkele uitingen van geloof, maar deze komen nooit op het pad van de hoofdpersoon. Die lijkt er maar een beetje agnostisch langs te lopen, zonder er iets echt van te vinden.
Jacks alcoholisme wordt in de openingsfase zeer sterk opgezet, maar is vervolgens lange tijd afwezig. Een enkele keer zien we hem besluiten 's avonds maar eens niet naar de kroeg te gaan, maar verder blijft de verslaving grotendeels onbehandeld. Geen moment waarop hij vol goede moed zijn drankvoorraad wegdoet, geen dronken aanvaringen met scheidsrechters, geen viering van een gewonnen wedstrijd waar de drank iets te rijkelijk vloeit... Daardoor wordt Jacks drankverslaving meer een zwaard van Damocles dat constant boven zijn hoofd hangt dan een innerlijke demon die hij moet zien te overwinnen. We zien Jack aldus niet echt 'de weg terug' bewandelen. Het is meer alsof hij die weg per taxi aflegt om pas na aankomst te ontdekken dat het ritje vrij prijzig is. The Way Back doet nog steeds een hoop goed, maar had met een stevige herschrijving een stuk beter kunnen zijn.
The Way Back is te huur bij Pathé Thuis.