Wat veel mensen doen voordat ze een film bekijken, is hun mobieltje uitzetten, of ze zetten deze ieder geval op vliegtuigmodus. Gelukkig, want niets is irritanter dan dat je uit je concentratie wordt gehaald door dingen die hoogstwaarschijnlijk onbelangrijk zijn. Ook getuigt het van een bepaald respect naar de makers toe. Pakweg anderhalf uur zonder overbodige afleiding naar een film kijken is toch het minste wat je kunt doen? Maar er is nóg een reden om je mobieltje uit te zetten, namelijk straling. Ubiquity toont wat we met het blote oog niet zien: de straling die onze elektronische en digitale omgevingen teweegbrengen. De film concentreert zich vooral op de fysieke gevolgen van straling die volgens sommigen kunnen resulteren in aanhoudende hoofdpijn, oorsuizen en evenwichtsverlies bijvoorbeeld. Na afloop van het confronterende Ubiquity bestaat de kans dat je je mobieltje nog een tijdje uit laat staan.
Er is nauwelijks een plek waar je kunt schuilen voor de elektromagnetische regen die neerslaat op zowat iedere plek op aarde. Straling is overal: rondom radio's, machines, huishoudelijke apparaten, routers, zendmasten, televisies en natuurlijk ook mobieltjes. Voor de hoofdpersonages in Ubiquity is leven in een technologisch tijdperk niet makkelijk, want zij lijden aan een extreme vorm van elektrohypersensitiviteit, een veronderstelde overgevoeligheid voor elektromagnetische straling. Zodra zij worden blootgesteld aan straling krijgen zij uiteenlopende fysieke klachten. Althans, zij twijfelen niet aan die causale relatie. Ubiquity vertelt hun verhaal en ervaringen, maar richt zich vooral op de manier hoe zij omgaan met hun EHS. Zo is een Nederlandse moeder op zoek naar een geschiktere woning waar zij in alle rust met haar gezin kan wonen, zonder de hoge hoeveelheid straling die momenteel in haar woonwijk meetbaar is. Daarnaast volgen we een Japanse jonge vrouw die in Tokio woont, het (symbolische) epicentrum van beelden, apparaten en hoogspanningskabels. Zij maakt zich hard om omwonenden bewust te maken van de onzichtbare straling en wil deze hoeveelheid terugdringen.
Het derde verhaal, dat van Per, een oud-medewerker van de Zweedse telecommunicatiegigant Ericsson, is al helemaal bijzonder omdat hij in de jaren tachtig als ingenieur hard werkte aan de technologie die even later zijn eigen fysieke gezondheid in gevaar bracht. Hij woont nu in een verlaten bos, alleen met zijn vrouw en verder niemand. Zo ver mogelijk verwijderd van draden en apparaten. Hij is zelfs zo gevoelig dat het team van regisseur Bregtje van der Haak hem met een analoge Bolex-camera moet filmen, omdat de nabijheid van een digitaal apparaat hem fysiek pijn doet. Per woont al achttien jaar in dat bos en heeft die plek nooit (kunnen) verlaten. Door zijn vooruitstrevende werkzaamheden bij Ericsson heeft hij in die zin onbewust aan zijn eigen isolement meegeholpen. Ironisch, maar bovenal triest. Vooral ook omdat zijn voormalige werkgever destijds hét telefoonsysteem van de toekomst wilde bouwen en "het leven voor iedereen beter wilde maken". Niet voor Per dus.
Per en de andere hoofdpersonages zijn zeker niet de enigen die last ondervinden. Ubiquity etaleert weliswaar drie zichtbare voorbeelden van mensen die niet ongestoord kunnen deelnemen aan de maatschappij zonder het krijgen van klachten. Maar onderliggend poneert van der Haak de vraag welke fysieke en psychologische gevolgen technologie op ons allemaal kan hebben. Wat weten we er eigenlijk over? Straling zien we niet, dus hoe kunnen we ervoor waken?
Hoe we ons digitaal milieu inrichten, ligt niet alleen aan grote bedrijven, zoals Ericsson en vele andere grote spelers, maar ook aan onszelf. Die bewustwording - die eerder een vraag dan een antwoord is - zoekt van der Haak met haar indringende documentaire steeds op. Soms op informatieve wijze, maar nog vaker op een sensorische wijze, want met geluidseffecten die door de gehele documentaire ruizen, steken en zoemen, is de kern van Ubiquity dusdanig merkbaar dat je er onmogelijk aan kunt ontsnappen.