Brutalen hebben de halve wereld. Als je dan ook nog eens prettig gestoord bent dan is dat helemaal mooi meegenomen. Dan krijg je zo maar eens dingen voor elkaar die voor anderen onbereikbaar zijn. De psychische stoornis van Beatrice Valdirana is allesbehalve heel prettig te noemen. Het is een ijdele vrouw die zichzelf een slag in de rondte manipuleert en zo op slinkse wijze zaken gedaan krijgt. Elk contact dat ze met de medebewoners van de psychiatrische inrichting waarin ze verblijft aanknoopt wordt vooral opgestart voor haar eigen gewin. Omdat mevrouw Valdirana een verzetje zoekt of iets gedaan moet krijgen. Beatrice komt uit een adellijke familie die het riante landhuis heeft gedoneerd dat nu dienstdoet als instelling. Je zou dan toch mogen verwachten dat de leiding aldaar Beatrice wel wat privileges verschuldigd zijn.
Toch heeft Beatrice geen hart van steen of echt veel kwaads in de zin. Ook al papt zij onder valse voorwendselen aan met nieuwkomer Donatella door zich als dokter voor te doen, de chique psychiatrische patiënte wil haar nieuwe beste vriendin graag helpen. Jaren geleden heeft Donatella namelijk een kind verwekt waar ze niet voor kon zorgen en ze is intussen immens nieuwsgierig naar wat er van haar zoon terecht is gekomen. De titel van de nieuwste speelfilm van Paolo Virzì, wellicht nog het bekendst van de feelgood/coming-of-ageverrassing Caterina Va in Città, laat zich letterlijk vertalen als De Gekke Vreugde. Inderdaad is bij het lichtvoetige La Pazza Gioia het voortdurende onderwerp of Beatrice' aandoening nu een zegen of een vloek is. Zelf lijkt ze er weinig last van te hebben, omdat het haar leven een stuk spannender en leefbaarder maakt. Maar onderdeel van haar geestestoestand is ook dat ze onbezonnen is en weinig rekening houdt met haar omgeving. Haar gedrag is op momenten aandoenlijk, maar kan door haar voortdurende gebrabbel over zaken waarvan je je afvraagt of ze wel daadwerkelijk gebeurd zijn, ook vermoeiend en ronduit irritant worden.
Ondanks haar vele facetten wordt het personage van Beatrice, feilloos en meedogenloos getroffen door grande dame Valeria Bruni-Tedeschi, nooit echt uitermate complex. Ze heeft wat de Britten een one track mind zouden noemen. Het doel heiligt voor haar de middelen, waarbij het feit dat er gezien haar staat van welzijn weinig echt formele consequenties aan haar gedrag kleven, niet echt bijdraagt aan het dramatische effect. Na afloop van een werkuitje bij het lokale tuincentrum weten Donatella en Beatrice te ontsnappen. La Pazza Gioia slaat dan nieuwe wegen in. Ze laten een spoor van wanhoop en verwarring achter in Toscane. Het heeft wel wat weg van Thelma & Louise met een geestesaandoening. De onbezonnenheid van de twee vrouwen is op momenten jaloersmakend. Hun gebrek aan remming, die vooral bij Beatrice te bespeuren valt, kent echter ook een keerzijde en juist als deze aan het licht komen, maakt Virzì indruk op het dramatische vlak. Helaas zijn dit soort momenten in deze roadmovie op een hand te tellen.
La Pazza Gioia mist focus en dit is met name merkbaar in de tweede helft, waarin alle remmen voor het gevluchte tweetal losgaan. Weliswaar bouwt Virzì wat welgemeende en oprechte emoties in, het maakt niet alleen de twee vriendinnen maar zijn hele film een ongeleid projectiel. Het is een gemiste kans dat er slechts een klein tipje van de sluier van Beatrice' verleden wordt opgelicht. Wat de boel redt is het gepassioneerde spel van hoofdrolspeelsters Bruni Tedeschi en Micaela Ramazzotti. Tegenpolen trekken elkaar aan en weten elkaar ook te versterken.