Otto Adolf Eichmann, de beruchte SSer die te boek staat als één van de hoofdverantwoordelijken voor de organisatie en uitvoering van de Jodendeportatie, leidde een onbezorgd en anoniem leven toen hij in 1960 in de kraag werd gevat door de Mossad. De Israëlische geheime dienst had de nazi opgespoord met hulp van de Duitsers. Eichmann heeft het net als bijvoorbeeld Mengele in zijn ballingschap waarschijnlijk gepresteerd om meerdere malen ongezien Europa in en uit te komen. De aanhouding van de oorlogsmisdadiger was een uiterst delicate kwestie, al was het maar dat de media en politiek geen lucht mochten krijgen van het dealtje dat het Duitse Openbaar Ministerie met de Israëliërs had gesloten. Er ging een hele afleidingsmanoeuvre gepaard met de arrestatie van Eichmann, waarbij het verhaal werd opgehangen dat de crimineel in Koeweit was gespot. De aanhouding en berechting van Eichmann, die op de laatste dag van mei 1962 werd opgehangen, was grotendeels het werk van één man, procureur-generaal Fritz Bauer.
Bauer zelf was een merkwaardig geval. Vastberaden in zijn werk, bikkelhard voor zijn ondergeschikten, maar met een privéleven dat in puin lag. De procureur leefde gescheiden van zijn vrouw, die bij familie in Kopenhagen was gaan wonen. Bauer had gevoelens voor andere mannen en dat had hem in een periode waarin homoseksueel contact bij wet verboden was al meerdere malen in de problemen gebracht. En dan was er nog de aanhoudende roeping om oorlogsmisdadigers als Eichmann te vinden en voor het gerecht te slepen. Als Bauer op een middag een brief uit Argentinië ontvangt van een man die met lede ogen moet toezien dat zijn dochter verkeert met de zoon van de man die weleens Eichmann zou kunnen zijn, schiet de openbaar aanklager gelijk in de actiemodus. Maar het vinden van Eichmann is een uiterst moeizame onderneming, waarbij een boel verkeerd kan gaan. Een tripje naar de woestijn van Israël om in het geheim met de Mossad te spreken leidt tot weinig. De Israëliërs willen meer hebben dan enkel een gerichte aanwijzing. Tegelijkertijd is samenwerking met de Mossad de enige uitweg waarvan alleen de minister-president van de deelstaat van op de hoogte wordt gesteld. Samenwerking is namelijk landsverraad. Bauer besluit een bevlogen officier van justitie onder zijn hoede te nemen om de klus te klaren.
In een poging de titelfiguur menselijke trekjes te geven, vergaloppeert regisseur Lars Kraume zich flink. Hij verzandt te veel in bijzaken die niet alleen op Bauer zelf maar ook op zijn onderknuppel Karl Angermann betrekking hebben. De mannen komen op de achterbank van een taxi tot de conclusie dat ze toch wel veel met elkaar gemeen hebben. Terwijl Bauer op nazi-jacht gaat, loopt Angermann de nachtclubs af en ontwikkelt hierbij romantische gevoelens voor een nachtclubzanger die zich als vrouw verkleedt. Kraume, die pretendeert uitvoerige research te hebben gedaan voor zijn biopic, verliest zich in te veel details. Bovendien is het centrale verhaal zo interessant dat het niet nog een extra thema erbij kan gebruiken. Homoseksualiteit in de late jaren vijftig verdient zeker nader belicht te worden, maar neemt in het geval van Der Staat Gegen Fritz Bauer kostbare ruimte in. Het roept niet alleen ergernis op, maar het vlakt ook de jacht op Eichmann af en de tegenwerking die Bauer hierbij ondervindt.
Dit laat onverlet dat de grootste kracht van dit ongefocuste drama toch wel de vertolking van hoofdrolspeler Burghart Klaußner is, die met de juiste aankleding en make-up ook nog eens als twee druppels water op de echte Bauer lijkt. Klaußner liet al eerder een onvergetelijke indruk achter in iconische rollen in Good Bye Lenin! en Das Weiße Band en kan met zijn rol van openbaar aanklager Fritz Bauer hier een nieuw hoogtepunt aan toevoegen. Hij speelt Bauer als een kettingrokende man die van een borrel houdt, zijn omgeving goed in de smiezen heeft en zich zeker niet laat tegenwerken. De intrinsieke motivatie van Bauer als procureur én mens komt door het fanatieke spel van Klaußner goed tot uitdrukking. Dit wordt helaas deels tenietgedaan door regisseur Kraume, die te veel van Bauer wil laten zien dan goed is voor een solide verhaalbehandeling.