El Abrazo de la Serpiente
Recensie

El Abrazo de la Serpiente (2015)

De Amazonerivier vormt de leidraad voor twee net niet genoeg met elkaar verstrengelde verhaallijnen.

in Recensies
Leestijd: 3 min 7 sec
Regie: Ciro Guerra | Cast: Nilbio Torres (Young Karamakate), Jan Bijvoet (Theo), Antonio Bolivar (Old Karamakate), Brionne Davis (Evan), Yauenkü Migue (Manduca), e.a.| Speelduur: 122 minuten | Jaar: 2015

Het gemiddelde oerwoud is te voet dusdanig onbegaanbaar dat de meest praktische reismogelijkheid per rivier is, zoals getoond in filmklassiekers als The African Queen en Apocalypse Now. In laatstgenoemde wordt de rivier die protagonist Willard bevaart om op zijn bestemming te komen in voice-over door hem omschreven als een door de Vietnamoorlog kringelende elekriciteitskabel die is aangesloten op zijn antagonist, de doorgeslagen kolonel Kurtz. Niet geheel toevallig bevindt die zich aan het einde van de rivier, of eigenlijk aan het begin ervan. In El Abrazo de la Serpiente staat ook een junglerivier centraal (de Amazone welteverstaan), en hoewel de personages wier reis erdoor wordt bepaald er iets minder expliciet over uitwijden, suggereert regisseur en scenarist Ciro Guerra regelmatig de vergelijking met een verstikkende slang. Vandaar de titel. ‘Abrazo’ betekent weliswaar ‘omhelzing’, maar door dat veelal positief geassocieerde woord te koppelen aan een slang wordt het ineens een eufemisme.

De Colombiaanse productie (onlangs genomineerd voor de Oscar voor beste buitenlandstalige film) vangt aan met een begin twintigste eeuw plaatsvindende ontmoeting tussen een Duitse wetenschapper en een dolende sjamaan, die meent de laatste van zijn volk te zijn. Het verhaal van de Duitser dat hij en zijn assistent andere overlevers hebben gezien, trekt hem over de streep hen te vergezellen op hun zoektocht naar een heilzame plant die het leven moet redden van de zieke wetenschapper. Kort hierna wordt deze scène min of meer herhaald, wanneer een Amerikaanse bioloog decennia later dezelfde sjamaan benadert voor hetzelfde doel. Hij is daartoe geïnspireerd door het schrijfwerk van de Duitser, over wie hij zich laat ontvallen dat hij nooit levend het Amazonegebied heeft verlaten. De opening lijkt zodoende een opzetje voor het latere verhaal, maar verrassend genoeg wordt vervolgens naar het verleden teruggeschakeld en de reis van de Duitser zeer uitgebreid getoond.

Het idee is uiteraard dat de twee verhaallijnen elkaar spiegelen en aanvullen (à la The Godfather: Part II) en op sommige punten slaagt de film daarin bijzonder goed. De al vroeg verstrekte kennis dat de Duitse wetenschapper de film niet zal overleven, doet geen afbreuk aan de beleving van zijn reis; het werkt eerder als een zwaard van Damocles dat de vraag oproept of zijn Amerikaanse volgeling het jaren later beter zal vergaan. Tijdens beide reizen laat het oerwoud zich (in betoverend zwart-wit) zien als een nietsontziende plek met een weinig heilzame uitwerking op de mensen die er langere tijd verblijven. Opnieuw blijkt de jungle niet tijd- of plaatsgebonden. Wat de situatie in de Amazone er nog wat grimmiger op maakt, is de aanwezigheid van rubberbomen. Het goedje dat deze voortbrengen, is het blijkbaar waard om voor te stelen, te doden en te martelen. De connectie met goud of olie is overduidelijk.

Door het anekdotische karakter van de twee reizen ligt het voor de hand dat de verhaallijnen elkaar vlot afwisselen. Het duurt echter lang voordat de Duitser voor het eerst plaatsmaakt voor de Amerikaan. Niet vervelend, maar de film laat daarmee wel kansen liggen. Verreweg de beste passage is namelijk die waarin de gebeurtenissen uit de ene verhaallijn doorklinken in die van de andere. Wanneer het gezelschap van de eerste expeditie een klooster aandoet voor onderdak wordt per ongeluk de status quo verstoort. In de scène die daar direct op volgt zien we door de ogen van de Amerikaanse bioloog welke gevolgen dit jaren later blijkt te hebben: het klooster huist nu een heilsprofeet van een verminkt geloof. “De messias is vandaag in een slecht humeur.” Meer van dit soort passages hadden van El Abrazo de la Serpiente een meesterwerk kunnen maken. Nu is hij vooral bijzonder degelijk.