Drie jaar geleden maakte filmisch Nederland een rel van formaat mee. De Nederlands/Palestijnse documentaire Ford Transit was uiterst positief onthaald, zou gaan draaien op het Nederlands Filmfestival en was al aangekocht door de BBC. Tot ineens bleek dat de hoofdpersoon geen taxichauffeur maar een acteur was en delen van de documentaire in scène waren gezet. Een groot deel van de pers trok zijn positieve oordeel in, de VPRO weigerde de film in Utrecht te laten draaien en de BBC stuurde de banden terug. Regisseur Hany Abu-Assad hield vol dat een documentaire altijd deels fictie is en dat zijn toevoegingen dus geoorloofd waren.
Andersom vindt Abu-Assad dat iedere speelfilm ook deels documentaire is, en dat komt duidelijk naar voren in Paradise Now. Niet alleen is de onderwerpkeuze van twee Palestijnse mannen die een zelfmoordaanslag willen plegen actueel, maar de film behandelt ook hun kleinste, meest alledaagse handelingen. Dat laatste helpt om de twee potentiële krantenkoppen te vermenselijken en daar ligt dan ook de kracht van de film. Het oninteressante baantje dat Said en Khaled hebben bij een garage krijgt bijvoorbeeld behoorlijk wat aandacht, terwijl de grootse wanhoop én opwinding als het zelfgekozen uur des oordeels nadert, onverminderd voelbaar blijven. Net als in het op Columbine geïnspireerde Elephant zorgt juist het contrast tussen dagelijkse routine en het noodlot van de personages voor spanning en drama. Het overtuigende acteerwerk, de onopgesmukte beelden en bovenal de realistische toon helpen flink daarbij. Als tijdens de opnames van de afscheidsboodschap blijkt dat de camera het niet doet is dat niet alleen grappig, maar ook een mooi terug-naar-de-realiteit moment. Dit soort terzijdes voorkomen dat de film wegzakt in een politiek pamflet of een flink staaltje propaganda. De personages staan voorop en dan pas volgt de ideologische lading, die de film wel degelijk bevat.
Dat Paradise Now zelfmoordterroristen vermenselijkt wil niet zeggen dat de film ze ook verheerlijkt. Meerdere personages zijn er faliekant tegen en zij verkondigen hun mening op overtuigende wijze. Waar de film wel heel zeker van is, is het gelijk van de Palestijnse zaak. De manier waarop Said en Khaled ten strijde trekken tegen de bezetter is misschien verkeerd, maar dat Israël zich terug moet trekken is duidelijk. Door deze ondertoon richt de film zich ook meer op één bepaald conflict dan op het mondiale verschijnsel van zelfmoordaanslagen. Opvallend is ook de minieme rol die de Islam in de film speelt, want de Islam zorgt voor de legitimering, maar de oorzaak is de Israëlische bezetting, aldus Abu-Assad. Bovendien worden Said en Khaled geportretteerd als individuen, met unieke karaktertrekken, wat de film nog verder weg trekt van een sociologische, alles omvattende verklaring.
Dat de pers zijn oordeel over Ford Transit veranderde komt waarschijnlijk doordat een documentaire voor een groot deel wordt beoordeeld op zijn waarheidsgehalte. Paradise Now is niet gebaseerd, maar wel geïnspireerd op ware gebeurtenissen, maar weet die niet bevredigend te verklaren. Dat is echter niet iets wat bij een fictiefilm zwaar weegt. Paradise Now schetst een portret van twee mannen in een crisis, en doet dat uitstekend. Meer is niet nodig.