Oliver Twist
Recensie

Oliver Twist (2005)

Magisch.

in Recensies
Leestijd: 2 min 51 sec
Regie: Roman Polanski | Cast: Barney Clark (Oliver Twist), Ben Kingsley (Fagin), Harry Eden (Artful Dodger), Leanne Rowe (Nancy), Jamie Foreman (Bill Sykes), e.a. | Speelduur: 130 min.

Iedere generatie heeft wel zijn Oliver Twist-verfilming gehad. Van de vroegste stomme bewerkingen tussen 1909 en 1922 tot de gelauwerde versie van David Lean uit 1948, de musical uit 1968 en de Disney-bewerking uit 1988. Ruwweg iedere twintig jaar lijkt de tijd weer rijp voor iets wat groter is dan een miniserie of een arthousebewerking waarin de kwajongens zijn vervangen door jeugdprostituees (Twist). Nu is het aan niemand minder dan Roman Polanski om zijn invulling te geven aan Dickens’ verhaal over de eenzame wees die wordt geadopteerd door een pseudo-familie geboefte.

Polanski toont zich van zijn klassieke kant. Hij volgt het boek behoorlijk nauwkeurig en voegt eigenlijk niet zo heel veel toe. Toch is dit misschien wel de beste Twist-verfilming tot nu toe, en dat is voor een groot deel aan hem te danken. Polanski is veel meer een sfeer- dan een plotregisseur en ook in Oliver Twist dompelt hij alles onder in een typisch onheilspellend Polanski-sfeertje. Het - prachtig geschoten - duistere en smerige Londen roept associaties op met het getto van Warschau uit The Pianist en Oliver is net zoals Szpilman meer een toeschouwer dan het handelend hoofdpersonage, met als grootste verschil dat Oliver de katalysator is van alle verschrikkelijke gebeurtenissen die hem, en iedereen om hem heen, staan te wachten.

Iedereen die de musical of de Disney-versie als referentiepunt beschouwt zal even moeten omschakelen naar de donkere toon, die natuurlijk ook eigen is aan het bronmateriaal. Oliver wordt mishandeld en beschoten, en als Nancy met een ijzeren staaf tot moes wordt gerost zie je dat weliswaar niet, haar gegil en de doffe klappen zijn behoorlijk onprettig. Niet voor niets kreeg de film in Amerika een twaalf-jaar-en-ouder stempel, al komt dat misschien vooral door één kort shot waarin iets van een wit poeder te zien is. Toch is er ook wat humor te bespeuren. Polanski heeft een voorkeur voor groteske personages, en de volwassenen in de film voldoen voor een groot deel aan die classificatie. Vooral diefjesbaas Fagin, meesterlijk neergezet door Ben Kingsley. Hij maakt van de oude Jood een totaal excentriek, uniek en meelijwekkend schepsel dat tegelijkertijd walgelijk en aandoenlijk is. De zakkenrol-lessen die hij samen met zijn jongens aan Oliver geeft vormen het hart van de film. Het is misschien wel zijn beste rol sinds hij voor het laatst met Polanski samenwerkte in Death and the Maiden. Ook de rest van de cast doet het prima, vooral Jamie Foreman als slechterik Bill Sykes en natuurlijk valt het zeer prijzenswaardig te noemen dat de halve cast bestaat uit kindacteurtjes die zowaar geen van allen irritant zijn.

Toch zijn er ook wel wat kanttekeningen te maken. Natuurlijk ken je het verhaal eigenlijk al, en de degelijke benadering zorgt ervoor dat de originaliteit niet bepaald van het scherm afspat. De toeschouwerrol van Oliver zorgt ervoor dat hij een beetje een leeg personage blijft en de climax valt wat flauw te noemen. Maar uiteindelijk lost Oliver Twist alle verwachtingen in. Het is een mooie voortzetting van het rijtje Oliver-verfilmingen, een waardig deel van Polanski’s oeuvre, een uitstekende kinderfilm en een absolute Oscar-kanshebber. Laten we nu alleen nog hopen dat Ben Kingsley weer genoeg te doen krijgt om gedrochten als Thunderbirds en alles wat ook maar in de verste verte met Uwe Boll te maken heeft af te kunnen slaan.