Sofia Coppolas Marie Antoinette is een film die gemengde gevoelens opwekt. Geen kostuumdrama in de gebruikelijke zin, maar dat was te verwachten van de vrouw achter The Virgin Suicides en Lost in Translation. Haar Marie-Antoinette is geen tot leven gewekt staatsieportret, eerder een soort Paris Hilton van de achttiende eeuw. Een wereldvreemd bakvisje, dat van de ene op de andere dag het middelpunt wordt van het meest extravagante hof in Europa en zichzelf verliest in escapistisch, spilziek gedrag. Om de gelijkenis met moderne beroemdheden te onderstrepen zet Coppola opvallende stijlmiddelen in: popmuziek uit de jaren tachtig en de visuele flair van een modereportage. Soms weet ze daarmee de magische stemming te creëren die we kennen uit haar vorige films. Op andere momenten lijkt het ineens een krampachtig trucje en zit je hopeloos gedistantieerd naar het scherm te kijken.
Maria Antonia, dochter van de Oostenrijkse keizerin, is veertien wanneer ze wordt uitgehuwelijkt aan de toekomstige koning van Frankrijk. We zien hoe ze in een symbolisch ritueel de Oostenrijks-Franse grens oversteekt, terwijl haar oude leven achterblijft: haar familie, haar kleren, zelfs haar geliefde hondje Mops. Louis Auguste, later Louis XVI, is een verlegen sulletje van vijftien dat het liefst uit jagen gaat en sloten in elkaar knutselt. Hij durft Marie-Antoinette nauwelijks aan te kijken, laat staan dat hij weet hoe hij haar zwanger moet maken. En uitgerekend dat is haar belangrijkste taak: een zoon baren en de toekomst van het Franse koningshuis veiligstellen. Zolang dat niet lukt, zo wordt haar keer op keer op het hart gedrukt, is haar positie aan het hof verre van zeker.
Coppolas Versailles is een oord van absurde mores en protocollen, net als het Tokio uit Lost in Translation. Maar het doet ook denken aan de Verboden Stad uit Bertoluccis The Last Emperor: een hermetisch universum waarin iedere notie van de buitenwereld afwezig is. Marie-Antoinette weet zich gedeeltelijk te onttrekken aan de strikte gedragsregels, maar het isolement blijft. Naarmate een zwangerschap langer uitblijft en de blikken in haar richting van zuur naar hatelijk veranderen, begint ze vergetelheid te zoeken in de favoriete bezigheden van iedere celebrity: feesten en shoppen.
Samen met haar trekken we ons terug in een swingend, pastelkleurig paradijs van champagne, frambozentaartjes en modieuze schoentjes. Hier lukt het Coppola om ons te laten wegdromen. Niet alleen door het ene shot nog verrukkelijker te maken dan het andere, maar vooral ook door ons besef van tijd weg te nemen. Marie-Antoinette spendeerde in werkelijkheid bijna twintig jaar in Versailles, maar die worden in deze film heel subtiel gereduceerd tot één lange aaneenschakeling van lente, zomer en nazomer. Kirsten Dunst veroudert gedurende de film nauwelijks; ze krijgt - uiteindelijk - kinderen, maar we zien haar nooit zwanger. Nooit is het echt slecht weer; winters bestaan al helemaal niet. En terwijl in Parijs een politieke storm opsteekt, is in Versailles de zon vrijwel voortdurend aanwezig, vaak in de vorm van adembenemend strijklicht. Slechts in één korte (en nogal sombere) scène zien we herfstbladeren op de grond liggen.
In deze tijdloze luchtbel accepteren we zonder veel moeite Coppolas gejongleer met anachronismen. Een gemaskerd bal vindt plaats in de Opéra van Garnier, die pas een eeuw later werd gebouwd, en de hoepeljurken deinen op de maat van Bow Wow Wows Aphrodisiac. Coppola laat het hierbij vanzelfsprekend lijken dat de muziek ook echt op het feest gedraaid wordt (en dus zachter klinkt in bepaalde ruimtes). Zelfs het paar Converse-gympen dat opduikt tussen de satijnen muiltjes die Marie-Antoinette past, stoort niet.
Meer dan op plot of historische feiten, concentreert Coppola zich op de atmosfeer van een volledig afgeschermde microkosmos. Maar op een gegeven moment weet je het wel zon beetje. Er is duidelijk geen tekort aan dromerige shots en kekke liedjes, maar je begint je af te vragen of het nog ergens heengaat. En waar je je zojuist nog gewillig liet meevoeren, zie je ineens een paar loze scènes teveel.
De magie van Sofia Coppola blijkt dan iets heel fragiels. Wat in Lost in Translation haast nietsvermoedend voor onze ogen tot stand kwam, lijkt in Marie Antoinette vaak zelfbewust en gekunsteld. Coppola probeert opnieuw een gewichtloos mood piece te creëren, maar bij herhaling doen haar hippe stijlkeuzes geforceerd aan. Gaandeweg moet je steeds meer moeite doen om in haar mijmering mee te gaan. Daarbij helpt het niet dat Kirsten Dunst te afstandelijk blijft om ons alsnog bij de film te betrekken. We zijn voortdurend bij Marie-Antoinette, maar krijgen nauwelijks hoogte van haar. De sullige Louis XVI, die onopvallend goed wordt gespeeld door Jason Schwartzman, is eigenlijk een stuk toegankelijker.
Marie Antoinette voelt aan als een heerlijk warm bad waarin je je wilt onderdompelen, maar waar net te weinig water in blijkt te zitten. In die zin is de film teleurstellend te noemen. Gelukkig zijn het na afloop vooral de vele schitterende, door de zon gestreelde plaatjes die je bijblijven.