Cars
Recensie

Cars (2006)

Zelfs auto's krijgen dankzij het vernuft van de animatiestudio charisma.

in Recensies
Leestijd: 3 min 39 sec
Regie: John Lasseter, Joe Ranft | Stemmencast: Owen Wilson (Lightning McQueen), Paul Newman (Dic Hudson), Bonnie Hunt (Sally Carrera), Larry The Cable Guy (Mater), e.a. | Speelduur: 116 minuten

Insecten, speelgoed, monsters, visjes; allemaal beschikken ze in de wereld van Pixar over communicatieve vaardigheden en zijn het emotionele wezens op zoek naar acceptatie. Moeiteloos sluiten we ze in ons hart. Niet alleen vanwege de aaibaarheid, maar ook omdat hun dilemma’s universeel zijn. Met Cars diende een nieuwe uitdaging zich aan: hoe voorzie je metalen voertuigen, fabrieksconstructies die de mens moeten dienen in gemak en luxe, van charisma? In de eeuwige zoektocht naar originaliteit leek Pixar af te stevenen op een eerste uitglijder. Niets is minder waar.

Het is zeker niet alleen aan de computergenieën te danken dat alles wat uit de animatiestudio naar buiten komt in goud verandert. Pixar heeft ook een visie. De studio schraapte de suikerlaagjes van de conventionele animatiefilms af en verruilde die voor een scherpe kijk op de moderne wereld. Niks geen asielkatten die om de haverklap een intermezzo inlasten met weeïge liedjes of verliefde honden die onder koormuziek elkaar met grote ogen het hof maken. Humor en ontroering werden in een nieuwe vorm gegoten waarbij niet het gevoel werd gewekt dat ons een opvoedcursus normen en waarden door de strot werd geduwd. Pixar neemt zowel jong als oud serieus. Na zoveel inventiviteit moet het een keertje misgaan. Het wiel (om maar eens een flauwe woordspeling te gebruiken) kan niet telkens opnieuw worden uitgevonden. Het eerste half uur van Cars lijkt inderdaad licht inferieur plezier te bieden, maar dan is daar die geniale omwenteling die ons opnieuw de mond snoert.

‘Vergankelijkheid’ lijkt net als in de twee meesterlijke Toy Story-films een centraal thema. Lightning McQueen is een ambitieuze, maar arrogante racewagen die wedstrijd op wedstrijd weet te winnen, zelfs op halve kracht. Onderweg naar de climax van de felbegeerde Piston Cup valt zijn vrachtwagen echter in slaap (jawel) en belandt hij in de ‘middle of nowhere’. Na veel stennis te hebben geschopt in het spookstadje Radiator Springs waar hij een tijdje tot een wielklem wordt veroordeeld, bieden ze hem de kans op een nieuwe start door hem de weg opnieuw te laten asfalteren. Langzaam smelt hij voor de warmte die de bewoners van Radiator Springs uitstralen en het lot waarmee ze kampen. De gloriedagen, toen auto’s er af en aan reden voor een tank- of een opknapbeurt, zijn voorbij. Het woestijnstadje lijdt onder de constante verandering en uitbreiding van de infrastructuur waarbij een route langs de schoonheid van de omgeving plaatsmaakt voor snelheid en effectiviteit.

Tijdens het hart van Cars vertelt de charmante Porsche Sally (ze noemt racewagen McQueen plagerig ‘Stickers’) dat Route 66 vroeger een fenomeen was vanwege de vele kronkels door het fraaie woestijngebied, maar dat hij nu is vervangen door een rechte tweebaansweg. Het scheelt tien minuten tijd. ‘Haast’ heeft volgens Sally de mogelijkheid tot genieten verdrongen. Deze nostalgie wordt prachtig verbeeld in wat op zichzelf al een korte film kan worden genoemd. Onder begeleiding van Randy Newman’s ‘Our Town’ krijgen we een ontroerende lofzang op vervlogen tijden waarin we ons nog konden verbazen over schoonheid. Het is een knappe vondst die daadwerkelijk aandoenlijk is. Het is de typische kracht van Pixar deze gedachte zonder bombast en opdringerigheid op te dienen.

Er zijn meer slimme vondsten. Wat bijvoorbeeld nog niet uit eerdere previews kon worden gehaald is het geinige concept dat het complete universum in Cars uit automobielen bestaat. In de tribune tijdens de diverse racewedstrijden zitten wagens met spandoeken en als we langzaam inzoomen op twee vliegen op een ruit zien we hoe ze zich voortbewegen met minuscule wielen. Ook satirische elementen zijn toegevoegd: de verschillende voertuigen staan model voor menselijke karakters. Een Old Timer die puft en zenuwachtig heen en weer schudt, is een knorrig oud dametje, een Volkswagenbusje is een oude hippie die zichzelf iedere ochtend steevast wekt met de muziek van Jimi Hendrix en een stel SUV’s vindt zichzelf te goed voor een onderhoudsbeurt “in zo’n vervallen gat”. Kleine, subtiele bewegingen geven de verschillende karren wel degelijk uitdrukkingskracht. Een lichte buiging van de wielen of de bumper blijkt al voldoende. Hoe een Mercedes zich ’s ochtends overtuigend uitrekt en gaapt is daar een knap voorbeeld van. En zo komt dankzij het vernuft van Pixar zelfs een wereld die compleet uit blik bestaat, wonderlijk tot leven.