3D-techniek is lange tijd niet veel meer geweest dan een grappige gimmick waarbij uit het niets opeens dingen de zaal in vliegen. Met als resultaat dat het publiek verschrikt wegduikt of het object in kwestie probeert te vangen om zich daarna weer op het verhaal te richten. Erg leuk, maar het blijft toch vooral een attractie die zelden iets toevoegt en regelmatig afleidt. Zelfs bij een film als Avatar zagen we het; prachtige techniek, maar daaronder verschrikkelijk tweedimensionaal. Het Regent Gehaktballen lijkt een stap in de goede richting te zetten. De 3D-versie van de film biedt ons prachtige 3D-beelden van steden en zelfs tornados zonder het verhaal uit het oog te verliezen. Voor het eerst staat de 3D-technologie echt in dienst van het verhaal en niet andersom. Een nieuw hoogtepunt in animatiefilms is bereikt, en niet eens door Pixar.
Sommige verhalen lijken dan ook geschapen te zijn om in 3D gezien te worden. Het Regent Gehaktballen is hier een uitstekend voorbeeld van. De film vertelt het verhaal van uitvinder Flint, die een machine uitvindt waarmee hij het eten kan laten regenen. Een tijdlang gaat dit goed en is hij de held van het dorp, maar dan slaat de machine op hol. Als de hele wereld vervolgens in gevaar is door al het fastfood (en hier en daar wat selderij) dat met bakken uit de hemel komt vallen, moet Flint alles op alles zetten om zijn uitvinding uit te schakelen. De finale met een heuse spaghettitornado is een lust voor het oog. Dit kan echt alleen in 3D-animatiefilms, en het is genieten!
In tegenstelling tot andere hedendaagse animatiefilms, die een volwassen uitstraling tot norm hebben verheven, is Het Regent Gehaktballen helaas nog echt een kinderfilm met weinig volwassen grappen. De slappe Nederlandse vertaling draagt daar zeker aan bij door potentieel grappige situaties tekstueel om zeep te helpen, maar het is ook heel goed mogelijk dat de film écht ongeschikt is voor een volwassen publiek en dat daarom is besloten de film enkel in het Nederlands uit te brengen. Hoe dan ook is het eeuwig zonde, want in de Engelse versie wordt de excellerende Earl Devereaux ingesproken door Mr. T, wat op zichzelf al een bioscoopkaartje waard zou moeten zijn.
Dat animatiefilms vaak bij elkaar afkijken (of van elkaar leren) mag duidelijk zijn. Het vertaalapparaat dat ons in Up nog liet smullen van pratende honden, is in dienst van het aapje van Flint helaas veel minder grappig. Als vertaler van papa Lockwood, die zichzelf eigenlijk nog minder dan het aapje verstaanbaar kan maken, verdient het apparaat gelukkig nog net voor het einde zijn bestaansrecht terug, en voelt het opeens toch niet meer helemaal als een mislukte herhalingsoefening van Up.
En hoewel de film het ook nog nodig vindt de overduidelijke boodschap dat fastfood slecht voor je is er aan het einde nogmaals met een gênant botte hamer in te slaan, blijft de kijker toch achter met een ongewone trek in hamburgers. Als die honger na een bezoekje aan McDonalds eenmaal is gestild, zullen enkel de prachtige 3D-beelden nog de moeite van het onthouden waard zijn.