Happy Happy is het speelfilmdebuut van de Noorse regisseur Anne Sewitsky. Met deze film wilde ze het verhaal vertellen van een onvermoeibare optimist die koste wat kost gelukkig wil zijn. In Happy Happy is dat Kaja. Haar man Eirik heeft al jaren geen interesse meer in haar, maar dat weerhoudt haar er niet van overal de positieve kant van in te zien. Maar als Kaja en Eirik nieuwe buren krijgen, begint er toch iets te knagen. De stadse Sigve en Elisabeth zijn knap, zingen in een koor en hebben zelfs een geadopteerde zoon uit Ethiopië. Door hen ontdekt Kaja een nieuwe wereld, die haar eigen wereld op zijn kop zet.
De optimistische natuur van Kaja is door de hele film terug te vinden. Het verhaal haalt een aantal pittige onderwerpen aan, zoals huwelijkse trouw, homoseksualiteit en racisme, maar hoe moeilijk deze themas en situaties die daar uit voortvloeien ook zijn, de film weigert daar, net als Kaja, in te zwelgen. De sfeer kenmerkt zich door een subtiele, bijna zwarte humor, die het duidelijkst is op de momenten dat de verschillen tussen de stadse Sigve en Elisabeth en de burgerlijke Kaja worden blootgelegd. Vooral de wereldwijze Elisabeth kijkt neer op haar nieuwe buren en moet niet veel hebben van Kajas opdringerige gedrag. Zo maakt het script slim gebruik van zijn dorpse setting. Waar de twee werelden samenkomen, wordt van elkaar geleerd. Dit is vooral zichtbaar in de affaire die Kaja en Sigve met elkaar aangaan en op wat subtielere wijze in de scènes met de kinderen van de twee stellen, waarin zij proberen de verschillen tussen hun rassen en het gedrag van hun ouders te begrijpen.
De goede cast voelt het script feilloos aan. Vooral Kittelsen is goed in de hoofdrol. Kaja is duidelijk niet helemaal gelukkig met haar leven en teert op dat van anderen. Daardoor komt ze bijna kinderlijk en naïef over, maar haar affaire met Sigve verandert haar in een zelfverzekerde vrouw. Die ontwikkeling gaat geleidelijk en Kittelsen overtuigt prima in beide rollen: de Kaja die we aan het einde van de film zien is zonder de twijfel dezelfde vrouw als in het begin, maar tegelijkertijd een wereld van verschil. Van de rest van de cast valt vooral Saerens op. Elisabeth is in alles de tegenpool van Kaja: ze is koel en afstandelijk, leeft voornamelijk voor zichzelf en haar acties zijn niet altijd sympathiek. Maar terwijl Kaja een nieuwe wereld ontdekt via Sigve, leert Elisabeth op haar beurt via het dorpse leven meer over zichzelf en haar huwelijk. Saerens maakt deze ontwikkeling zo goed inzichtelijk dat je, ondanks haar slechte eigenschappen, niet anders kan dan met haar sympathiseren.
Uiteindelijk doet het wat afbreuk aan Happy Happy dat hij eigenlijk niet veel nieuws te vertellen heeft. Elementen die in relatiekomedies tegenwoordig standaard zijn, komen bijna allemaal aan bod en maken de film af en toe redelijk voorspelbaar. Vooral het verhaallijntje rondom homoseksualiteit zal de geoefende kijker snel zien aankomen. Het redt de film dat hij net als Kaja het hart op de juiste plaats heeft. Samen met het slimme script en de goede cast maakt dat van Happy Happy alsnog een frisse wind tussen alle clichématige relatiekomedies. Ook de afloop is niet bepaald Hollywood te noemen, maar trouw aan zijn titel is het er wel één waar alle personages uiteindelijk het gelukkigst van worden.