In Avatar: The Way of Water neemt James Cameron ons mee naar de onderwaterwereld van Pandora. Er hangt alleen wel een prijskaartje aan die wereld. Volgens de regisseur is dat zelfs zo enorm dat de film miljarden op moet halen om winstgevend te kunnen zijn.

Volgens Cameron neemt Disney een enorme gok met zijn tweede Avatar. De film was ontzettend duur om te maken. Dit vanwege alle nieuwe technologie die ervoor moest worden ontwikkeld, waaronder speciale camera's om hoogwaardige onderwateropnames te kunnen maken en ingewikkelde software om de wezens op Pandora realistisch tot leven te kunnen brengen.

Cameron mag dan ook gerust een pionier op filmgebied worden genoemd, maar al dat pionieren komt wel met een behoorlijk prijskaartje. Hoewel de filmmaker geen exacte bedragen wilde noemen in een recent interview hierover, moet The Way of Water volgens hem "minstens op plek drie of vier" belanden in de lijst van meest succesvolle films ooit.

Miljardenomzet
Het zou dan gaan om een omzet van minstens 2 miljard aan de wereldwijde bioscoopkassa's. Tot nu toe hebben slechts vijf films dat monsterbedrag weten te behalen, waaronder twee van Camerons eigen films: de eerste Avatar (2009) en Titanic (1997).

Dat gegeven maakt ook dat de studio het aandurfde om Cameron zo'n enorme zak geld mee te geven en dat er direct groenlicht is gegeven aan meerdere vervolgdelen. Toch vragen sommigen zich af of Cameron het weer gaat lukken om de grens van twee miljard bereiken. Het is immers even geleden dat de eerste film in de bioscopen verscheen.



Avatar: The Way of Water draait vanaf 14 december in de bioscopen.