Ghost in the Shell beleefde in de Verenigde Staten een uiterst mager openingsweekend. De 110 miljoen dollar kostende film (exclusief marketingkosten) bracht slechts 19 miljoen dollar in het laatje in zijn eerste weekend. Een baby en verliefd meisje wisten het beter te doen. Tijdens een interview met CBC gaf Kyle Davies, domestic distribution chief van Paramount de whitewashing controverse de schuld van die tegenvallende prestaties.

De controverse is vrij eenvoudig uit te leggen: Ghost in the Shell is gebaseerd op Japans bronmateriaal en toch castte regisseur Rupert Sanders de blanke actrice Scarlett Johansson voor de hoofdrol. Dat terwijl de film zich ook niet in een westers land afspeelt. In de film wordt haar uiterlijk wel enigszins uitgelegd, maar daar was natuurlijk niets van te merken voordat die uitkwam.

Davies denkt daarom dat de "gesprekken over de casting van invloed waren op de recensies." Heel positief waren die recensies inderdaad niet; op RottenTomatoes scoort de film gemiddeld een 5,6. Dat ligt niet aan het acteerwerk van Johansson of de look van de film, maar aan het ontbreken van de filosofische grondslag van het Japanse origineel.

"Je hebt een film die erg belangrijk is voor de fans, aangezien het gebaseerd is op een Japanse anime," ging Davies verder. "Dus je moet balanceren tussen het eren van het bronmateriaal en een film voor de massa te maken. Dat is een grote uitdaging en de recensies hebben duidelijk niet geholpen."

Ook Megan Colligan, Paramounts president of worldwide distribution and marketing signalleerde tegenover The Hollywood Reporter iets soortgelijks. "Veel fans zijn komen opdagen. Maar men stond deze film niet toe gewoon een film te zijn." Natuurlijk hebben recensies op de prestaties van lang niet alle films invloed, maar dat was volgens Colligan bij deze film wel het geval. "Veel mensen zochten informatie over deze film."