Onlangs werd Warners The Flash getroffen door een nieuwe tegenslag - regisseur Rick Famuyiwa besloot net als Seth Grahame-Smith uit het project te vertrekken. Alsof er niets aan de hand is, vertelt acteur Ezra Miller, die de rol van Barry Allen speelt, over de visuele effecten die nodig zijn om de snelle bewegingen van zijn personage op te nemen.

"We hebben een enorme loopband gebouwd," begon Miller zijn uitleg. "Ik denk dat het de tumble-lator genoemd wordt - hij is acht meter lang en kan tot 72 kilometer per uur draaien en is net zo stuiterig as een trampoline. Het is een droom die uitkomt, want ze stoppen met in een harnas en laten me dan van alles doen."

Soms "laten ze me rennen, wat ik maar niks vind! grapte hij. "Ik dacht dat het spelen van The Flash heel makkelijk zou zijn, want je ziet hem niet rennen. Maar nee hoor, zij waren zo van, 'Nee, Ezra, je zult moeten rennen'."

Waar verder nog heel actief aan gewerkt wordt, is de weergave van het perspectief van Barry Allen. Hij kan immers zo snel bewegen, dat het lijkt alsof de wereld om hem heen tot stilstand komt. "Je kent wel het moment dat iemand aan het eten is en ze met je praten omdat ze zo enthousiast zijn, en dat er dan een broodkruimel uit hun mond valt? Het is alsof je brein extra snel werkt, omdat die kruimel extra langzaam lijkt te vallen? Daar denken we actief over na."

Een ander ding waar men aan werkt is in hoeverre Barry bijvoorbeeld moet zweten. "We vroegen ons bijvoorbeeld af, of hij niet zweterig zou zijn omdat hij altijd rent. Maar bedachten ons dan dat hij juist niet zou zweten, omdat het zweet meteen verdampt zodra het vormt."