Met drie van zulke memorabele rollen zou je bijna vergeten dat Rickman klassiek geschoold werd aan de Royal Academy of Dramatic Art en sinds 2003 vicevoorzitter is van dit prestigieuze instituut. Aan het begin van zijn carrière maakte hij dan ook vooral furore in verantwoorde theaterproducties zoals Romeo & Juliet, As You Like It en Les Liaisons Dangereuses. Toen bekend werd dat laatstgenoemde door Stephen Frears verfilmd zou worden, leek Rickman de uitgelezen persoon om opnieuw in de huid van Vicomte Sébastien de Valmont te kruipen, maar hij bedankte voor de rol. Het tekent zijn durf om voor andersoortige rollen te kiezen. Het resultaat is een fraai oeuvre met films als Truly, Madly, Deeply (van wijlen Anthony Minghella), Close My Eyes (met een jonge Clive Owen), Galaxy Quest, Sense and Sensibility, Love Actually, Dogma, The Hitchhiker's Guide to the Galaxy (de stem van Marvin the Paranoid Android) en Sweeney Todd.
Onlosmakelijk verbonden aan Alan Rickman is zijn statige, diepe stemgeluid en zijn langzame, weloverwogen manier van articuleren. Er zijn maar weinig acteurs die zo vermaard zijn om hun timbre. Naar eigen zeggen komt dat door een hoog gehemelte en kost het hem moeite om voor in de mond te spreken, maar het is hoe dan ook een genot om naar te luisteren. Dat realiseer ik me maar al te goed als ik tegenover hem zit in hartje Amsterdam. Zijn manier van spreken mag op sommigen misschien wat hooghartig overkomen (zeer geschikt voor een rol als slechterik overigens), maar in werkelijkheid is de negenenzestigjarige Londenaar uitermate hartelijk en down-to-earth. Hij biedt me koffie aan en staat me aandachtig en oprecht te woord over zijn nieuwe film The King's Gardens. Hierin regisseert hij zichzelf als Lodewijk XIV die zijn landschapsarchitect Le Notre (Matthias Schoenaerts) de opdracht geeft een majestueus tuinencomplex rond zijn paleis in Versailles aan te leggen. De beroemde ontwerper waagt vervolgens een gok door de onconventionele hovenierster Sabine de Barra (Kate Winslet) in dienst te nemen.
In Nederland wordt de film uitgebracht onder de naam The King's Gardens in plaats van A Little Chaos. Wat vindt u daarvan?
"Dat is niet mijn beslissing geweest. Het heeft met de Europese distributie van de film te maken. Ik heb de distributeurs zelf ook gevraagd waarom ze de titel hadden veranderd en wat ik ervan begreep is dat het met het Duits en Frans had te maken. In die talen heeft 'een beetje chaos' niet dezelfde betekenis als in het Engels. Ik vermoed dat de distributeurs vervolgens een titel wilden die onder dezelfde naam door heel Europa reist. Ik weet het eerlijk gezegd ook niet. Mijn voorkeur gaat uiteraard uit naar A Little Chaos. The King's Gardens lijkt niet dezelfde complexiteit uit te dragen."
Bedoelt u daarmee dat de essentie niet de tuin van de koning is, maar het menselijk evenwicht tussen orde en chaos?
"Precies, maar ik kon er zelf niets aan doen. Het lag buiten mijn macht."
Dit is uw tweede film als regisseur sinds The Winter Guest uit 1997. Bent u altijd van plan geweest om nogmaals in de regiestoel plaats te nemen?
"Ik heb in de tussentijd meerdere regieklussen gedaan, maar dan voor het theater. Als activiteit maak ik eigenlijk geen onderscheid tussen het regisseren van een toneelstuk en een film. Het is hetzelfde werk. Maar het regisseren van een film vergt wel meer tijd en ik had geen anderhalf jaar beschikbaar voordat ik klaar was met Harry Potter. Dat is wel een groot verschil met theater, want dat kan in een week of acht."
U kreeg Alison Deegans script al tijdens het begin van de Harry Potter-reeks onder ogen. Welke thema's spraken u zo aan dat u vond dat dit verhaal verteld moest worden?
"Het feit dat het eigenlijk een heel modern liefdesverhaal is, maar dan gesitueerd in het zeventiende-eeuwse Frankrijk. Het idee om een stukje geschiedenis uit te lichten en daar met een moderne telescoop naar te kijken, sprak me erg aan. Daarnaast het feit dat het hoofdpersonage een fantasie is. Ze had onmogelijk kunnen bestaan in die tijd. En tot slot dat het door een vrouw is geschreven. Het gezichtspunt is bijzonder feminien, zo niet feministisch te noemen. Voor mij als man is dat interessant om mee om te gaan."
Bekijk de afbeelding
Was u niet bang dat u met een historisch drama over koninklijke tuinen maar een klein publiek zou bereiken?
"[lachend] Ik moet zeggen dat ik weinig tijd verspil aan bang zijn. Het gaat bij regisseurs soms net als bij acteurs: je leest een script en denkt: 'die zinnen wil ik uitspreken'. Op dat moment denk je nog niet na over wat mensen ervan zullen vinden. Ken je de Fassbinder-film Fear Eats the Soul[Angst Essen Seele Auf]? Die titel zegt alles. Je kunt maar beter niet bang zijn, maar denken: 'what the hell'."
De film is prachtig geschoten op 35 mm. Welke sfeer en uitstraling wilde u de film visueel meegeven?
"Ellen [Kuras] was groot voorstander om op film te schieten. Er staat een goed interview met haar in The American Cinematographer, waarin ze in detail treedt over lenzen, filmformaten en dat soort dingen. Haar keuze [voor 35 mm] had te maken met het gesprek dat we hadden over de balans tussen orde en chaos en het feit dat we bepaalde delen er als een schilderij uit wilden laten zien. Qua belichting was het werk van Johannes Vermeer onze belangrijkste referentie. De lichtbron in die tijd, zeker 's avonds, bestond hoofdzakelijk uit kaarsen. Ellen vond dat de donkere kleuren meer tot hun recht zouden komen op film dan op digitale beelddragers. Toen die knoop eenmaal was doorgehakt, begon het gevecht met de conservatoren van de gebouwen waar we de opnames maakten. Die wilden natuurlijk niet dat we daar kaarsen gingen aansteken."
Heeft u meer van dat soort gevechten moeten leveren?
"Als je in Engeland bent, moet je het altijd opnemen tegen het weer. Een hele dag in de regen draaien is nog niet eens zo heel erg - en geloof me, er zaten zulke verschrikkelijke dagen bij - maar het is een nachtmerrie als het in korte tijd afwisselend zonnig en bewolkt is. Dan krijg je problemen met de continuïteit en met de belichting, omdat die je voortdurend moet afstemmen op de veranderde lichtinval. En soms slaat de wind ineens om en ontdek je dat je onder een aanvliegroute zit of dat lokale snelweggeluiden hun best doen om een plekje in de film te bemachtigen. Dat dreef de geluidscrew dan weer tot wanhoop. Kortom: in Engeland draaien is niet makkelijk."
Hoe frustrerend is dat?
"Het was meer dan frustratie alleen. We hadden namelijk maar veertig dagen om de film op te nemen en we draaiden vijf dagen per week. Er was dus een enorme tijdsdruk en erg lange call sheets [dagplanning van de scènes en scriptpagina's die worden opgenomen]. We waren vooral bezorgd of we het wel zouden redden. Als je achter loopt op schema, maak je je erg druk hoe je dat weer goedmaakt."
Waarom is ervoor gekozen om de film in Engeland op te nemen?
"Dat was deels een budgettaire kwestie, maar ook omdat het paleis van Versailles tijdens de opnameperiode in de steigers stond. Het had geen enkele zin om daar te filmen. Ook hadden we een bepaald shot aan het einde van de film niet kunnen maken, omdat we niet met een helikopter over Versailles mochten vliegen."
Heeft u de film ook gemaakt vanuit een persoonlijke interesse in tuinarchitectuur? Welke klik heeft u met het onderwerp?
[lachend] "Die is puur academisch, niet praktiserend. Ik had een zeer uitgesproken mening over onze tuin in Londen, maar iemand anders heeft hem aangelegd. In dat opzicht schuilt er dus wel een Lodewijk XIV in mij."
Is uw tuin dan ook zo geometrisch als die van hem?
"Het is een mengeling van Frans en Engels. Hij heeft een duidelijke structuur en dat moet ook wel, want ik ben drie jaar grafisch ontwerper geweest, maar er zit wel degelijk wat wildernis in. Dat kan ook bijna niet anders want het betreft een binnenplaats waardoor alles naar buiten wil groeien, de zon tegemoet."
Daarmee kom ik automatisch op één van de thema's uit de film: orde en chaos. Wat is volgens u de perfecte verhouding?
"Je gebruikt ze altijd allebei. Als je alleen maar gestructureerd bent, vallen mensen in slaap. Als je alleen maar chaotisch bent, neemt niemand je in dienst. Ze hebben elkaar dus nodig, ze moeten een soort huwelijk sluiten. Ik gebruik ook wel eens de termen vrijheid en discipline. Het ultieme streven is volledige vrijheid, maar dat bereik je niet zonder de nodige dosis discipline. Je moet ze dus beide omarmen."
Bekijk de afbeelding
Over omarmen gesproken: u schakelt heel makkelijk tussen grote Amerikaanse producties en kleinere Britse. Wat zoekt u in die afwisseling?
"Dat is iets instinctiefs. Je inwendige machine, de persoon die je bent, zet je daartoe aan. Je natuurlijke aard bepaalt vaak je carrière en die van mij is toevallig acteren en regisseren. Eigenlijk zoek ik alleen maar een manier om het inwendige vuurtje levend te houden en niet in herhaling te vervallen. Ik vrees stagnatie en verveeldheid en blijf altijd naar de horizon kijken, ook al bereik je die nooit."
Wat ziet u op dit moment aan de horizon?
"Ik heb net de aanvullende dialoog ingesproken voor Eye in the Sky, een film van Gavin Hood die we een jaar geleden hebben opgenomen. Deze verkeert in de postproductiefase en gaat over het gebruik van drones door de overheid en het leger en de morele dilemma's die daarmee gepaard gaan. Verder ga ik een film doen waarin ik een detective speel in Victoriaans Londen [The Limehouse Golem]."
Waarom stond Kate Winslet bovenaan uw lijst voor de rol van Sabine?
[lachend] "Waarom niet? Wie anders?"
Gemma Arterton, Keira Knightley, Emily Blunt?
"Die vond ik te jong voor deze rol. Kate had de juiste leeftijd. Vooral omdat het een fictief personage is, is het belangrijk dat ze geloofwaardig overkomt als professioneel hovenierster. Ze moest een bepaalde achtergrond en geschiedenis hebben en daardoor minimaal achter in de dertig zijn. Daarnaast bereidt Kate zich ongelooflijk goed voor en vindt ze het niet erg om vies worden. Ze houdt ervan om met haar handen in de modder te zitten."
Bij historische films is er altijd discussie over de historische juistheid. Hoe kijkt u daar tegenaan?
"Ik ben een enorme bewonderaar van Sofia Coppola's Marie Antoinette. Zij speelt er gewoon mee. Dat kan in films, dat is de kracht van het medium. Mijn film is een metafoor voor het hier en nu. Alison [Deegan] heeft een anachronistisch personage gecreëerd. En om haar een liefdesverhaal te geven, hebben we zo'n vijfendertig jaar van Le Notres leeftijd afgehaald. Dat vind ik prima. Wij beweren niet dat dit allemaal echt gebeurd is. We schetsen alleen maar een historische context voor een bijzondere liefdesrelatie. Ik hoop dat het publiek zich daarbij betrokken voelt en niet met de armen over elkaar zit te klagen: 'dit is niet gebeurd!' of 'dat klopt niet!'"
De film heeft in Amerika een R-rating gekregen voor 'sexuality and brief nudity'. Waarschijnlijk vanwege de scène waarin een hofdame haar borsten toont en de vrijpartij tussen Le Notre en De Barra. Wat vindt u daarvan en welke waarde hechtte u aan die scènes?
"Die eerste scène vond ik een heel teder en belangrijk moment. Het is geenszins aanstootgevend of uitbuitend bedoeld. Het zijn vrouwen onder elkaar die het over elkaars borsten hebben. Het script is nota bene door een vrouw geschreven. Het zou nogal preuts zijn om die scène weg te laten. Het is dus vooral een tekortkoming van de maatschappij als dat een reden is om er 'restricted viewing' van te maken. Dat is ronduit belachelijk. Ik heb die scène zo oprecht mogelijk en zonder te prikkelen opgenomen. De seksscène tot slot is erg belangrijk omdat Sabine daardoor haar verleden begint te verwerken. Daarvoor móét ze een orgasme krijgen."
Lees ook de recensie van The King's Gardens.