Zo komt er in deze film aardig wat agressie voor. Hieronder lees je waarom de Amerikaanse regisseur het maken van de film achteraf zo schokkend vond.
Temple of Doom
In de tweede Indiana Jones-film, Indiana Jones and the Temple of Doom uit 1984, zien we de avontuurlijke archeoloog Indiana Jones (Harrison Ford) onverhoopt in India belanden.
Daar stuit hij in een dorpje op een aantal dieven die een magische steen hebben gestolen van de dorpelingen. De bekende archeoloog belooft dat hij de steen terug gaat halen voor de dorpsbewoners.
Menselijke offers
Tot zo ver erg onschuldig. Totdat Jones in de Temple of Doom terecht komt. Hier komt hij in aanraking met zwarte magie, voodoo en offers. En al snel blijkt de klus niet zo één, twee, drie opgelost.
Wat de film nog extra eng maakt zijn de realistische duistere grotten, lava en een duivels enge priester (Amrish Puri) in de tempel. Deze priester laat kinderen voor hem in de mijnen werken en offert zelfs mensen levend.
"Te duister en te gruwelijk"
Niet gek dus dat Spielberg deze film met angstaanjagende scènes achteraf "te duister en te gruwelijk" vond. Sterker nog, Spielberg heeft een aantal jaar geleden verklaard dat hij "helemaal niet blij was met de Temple of Doom."
Eén aspect waar Spielberg zeer waarschijnlijk wel erg blij mee was, is dat hij Kate Capshaw gecast heeft voor de film. De toen nog tegenspeelster van Ford, werd later namelijk de vrouw van Spielberg.
Kijken
Stiekem toch nieuwsgierig geworden naar wat Spielberg precies nou zo heftig vond? Kijk Indiana Jones and the Temple of Doom op Pathé Thuis en Disney+.