[header]Mijn laatste dag op het IFFR 2008. Vier films, allemaal heel kort na elkaar, weer eens 2 matige en twee toppers: Een film uit de jaren 50 en de vermoedelijke publieksprijswinnaar.[/header]Voor mij was vrijdag alweer de laatste dag van het festival. Na 31 films (plus twee shorts) in 9 dagen hou ik het voor gezien, één dag voor het einde van het festival. Mijn ervaring is dat die laatste dag niet zon succes is. Dat wat ik écht wil zien heb ik nu zowat allemaal wel gezien, en na zoveel films in zon korte tijd is mijn ervaring dat ik er op de laatste dag opeens geen zin meer in heb. Om met een goed gevoel naar huis te gaan, was voor mij vrijdag de afsluiting van IFFR 2008, waarop ik nog vier films zag, en o.a. afsloot met het fijne Persepolis, die heel waarschijnlijk de publieksprijs gaat winnen.
Eerst aan het begin van de middag Naissance des pieuvres, waar Hedwig eerder deze week zo lovend over was. Ik kan me echter niet zo in die lof vinden. Ik kon de motivaties en acties van twee van de drie meisjes waar de film over gaat niet helemaal volgen, en herkenbaar vond ik het allerminst. Nu heeft dat misschien wel wat te maken met het feit dat ik nooit een 15-jarig meisje ben geweest, maar het lijkt me niet dat de waardering van de film daar vanaf zou moeten hangen. Daarnaast vond ik de casting van één van de drie vrij ongeloofwaardig; die is allang geen vijftien meer. Desalniettemin is Naissance des pieuvres best een aardig drama, maar lang zal de film me niet bijblijven vrees ik.
Dat geldt wel voor Der Verlorene, een film uit 1951 van en met Peter Lorre, de Duitse acteur die bekend werd door M van Fritz Lang, en later in de jaren 40 in vele Amerikaanse films als schurk opdook, waaronder Casablanca en The Maltese Falcon. In de enige film die hij ooit regisseerde en schreef (gebaseerd op zijn eigen boek) speelt hij ook weer een moordenaar, een dokter die na de oorlog zijn wandaden tijdens de Tweede Wereldoorlog probeert te verbergen en te vergeten. Het zou Lorres comeback in Duitsland moeten worden, deze film, maar Duitsland zat in die tijd nog niet bepaald te wachten op een allegorie over het recente oorlogsverleden en de collectieve ontkende schuld van veel burgers. Der Verlorene flopte keihard, en Lorre keerde weer terug naar de V.S.. Zonde, want niet alleen het onderwerp maakt het tot een interessante film: zijn ervaring met film noir is duidelijk terug te zien in de fantastische belichting, het sterke verhaal en de structuur daarvan. Fijn dat ook dit soort films een plaats hebben op het festival.
L
Like Love is dan weer andere koek. Wederom een film over een filmmaker die met enorme moeite probeert een film te maken en daarbij de realiteit uit het oog verliest, maar dit keer met een budget en visuele flair. De film verzandt naar het einde toe nogal in melodrama, en de mooie plaatjes van Praag kunnen de pijn daarvan maar deels verzachten. Wel echt leuk is dat gangster Big Daddy in zijn limousine alleen maar rondjes over het Wenceslas plein lijkt te rijden de hele film.
De afsluiter van het festival werd voor mij Persepolis, en die beviel me een stuk beter. Ontroerend, meeslepend, mooi gemaakt en bij vlagen erg grappig (vooral de Eye of the Tiger scène is prachtig!), de animatiefilm is dat en meer. De politieke geschiedenis van Iran en een deel van de verhouding tussen Europa en Iran worden slim verweven in het persoonlijke verhaal van een meisje dat een vrouw wordt. Een goede laatste film van het festival, waardoor ik met een goed gevoel naar huis ging. Morgen volgt nog een terugblik op mijn festivalervaring, met een lijstje of twee.