Filmtotaal Recensie
Regie: Peter Jackson | Cast: Naomi Watts (Ann Darrow), Jack Black (Carl Denham), Adrien Brody (Jack Driscoll), Andy Serkis (Kong/Lumpy the Cook), Thomas Kretschmann (Captain Englehorn) e.a. | Speelduur: 187 minuten
Zou King Kong de film zijn geworden die Peter Jackson voor ogen had, toen hij definitief besloot een hommage aan zijn favoriete film aller tijden te maken? Vast niet. Een film maken betekent compromissen sluiten, zelfs voor een regisseur die zoveel voor elkaar kan krijgen en zo duidelijk op de toppen van zijn kunnen danst als Jackson op dit moment. Merken wij als publiek iets van die compromissen? Jawel. De met een ongekende hoeveelheid CGI (meer dan in de hele Lord of the Rings-trilogie bij elkaar) opgeroepen illusies schieten soms tekort, en het verhaal blijkt achteraf niet helemaal in balans. Maar er zijn andere kwesties die zwaarder tellen: geloven we in Kong als een tragisch monster, een persoonlijkheid in plaats van een knap staaltje programmeren? Ja, dat doen we. Geloven we Naomi Watts wanneer haar hart breekt omwille van een acht meter hoge, uit pixels opgetrokken gorilla? Ja, zonder meer.
Het is dankzij de geloofwaardige connectie tussen aap en actrice dat deze film overeind blijft, terwijl hij eigenlijk topzwaar is. Met een speelduur van drie uur (bijna net zo lang als Return of the King, dat een beduidend substantiëlere plot heeft) is Jacksons remake bijna twee keer zo lang als het origineel. Hij besteedt de extra tijd hoofdzakelijk aan de uitwerking van een scala aan karakters in het eerste uur, en daarna aan een weergaloze reeks spektakelstukken. Om met dat laatste te beginnen: er is op dit moment geen andere regisseur ook Spielberg niet die zo overtuigend alle registers kan opentrekken. Vanaf het moment dat Ann Darrow door de inboorlingen op Skull Island aan Kong wordt geofferd, bulderen de actiescènes over ons heen als een kudde op hol geslagen brontosaurussen (die er hier helaas niet helemaal lekker uitzien). Onbetwist klapstuk is het T-Rex gevecht, dat de versie uit 1933 zowel eert als op fantastische wijze overtroeft. In de handen van een mindere regisseur zou zon bombardement op de zintuigen je van de actie distantiëren, maar Jackson komt met zulke tot de verbeelding sprekende vondsten (koekhappen tussen de lianen!) dat het effect juist omgekeerd is. Sommige scènes, zoals een aanval door reuzeninsecten, hebben de plezierige yuk!-factor die we voor het laatst tegenkwamen in de Indiana Jones-films.