Alwin, de jeugdige zoon van Ridder Bruno, trekt met diens rentmeester Johan er op uit om het 'groene zegel' dat door de Zwarte Ridder is geroofd en de heerschappij over land en volk verschaft terug te halen. Ze lopen in een val en worden gevangen genomen. Maar Alwins jongere zusje en broertje komen achter de gebeurtenissen. Ze dringen heimelijk de vijandelijke burcht binnen. Dankzij hun slim en doortastend optreden wordt het tweetal bevrijd, het groene zegel terugbezorgd en de boosaardige ridder schaakmat gezet.