Avonturen van Pietje Bell (1964)
Pietje Bell, de befaamde Rotterdamse jongen, gaat op kippenjacht samen met zijn kornuiten Peentje en Engeltje, maar zij worden achtervolgd door een agent, die hen -ondanks de protesten van tante Cato- voor de commissaris leidt. Pietje en zijn vriendjes weten zich eruit te praten. Pietje voert met zijn vrienden Peentje en Engeltje een circusvoorstelling op, die door brand wordt verstoord doordat een van Pietje's trucs verkeerd uitpakt. Pietje en zijn vrienden blussen met gevaar voor eigen leven het vuur, maar durven niet naar huis. Ze belanden in een oude schuit, waarin twee dieven gestolen goederen verstoppen. De jongens slagen erin om het tweetal te overmeesteren en aan de commissaris af te leveren. Moe en gelukkig gaan de vriendjes naar huis.