Filmtotaal Recensie
De film Dogville is onderverdeeld in een proloog en negen hoofdstukken, zo luidt de aankondiging die in het eerste beeld van de film te zien is. Een verhaal dus met een transparante structuur, waarin ieder hoofdstuk netjes wordt aangekondigd en van tevoren kort wordt samengevat. De eerste beelden van de proloog maken duidelijk dat dit wel in meer formele opzichten een nogal ongebruikelijke film is: de camera zoomt van bovenaf in op het stadje Dogville en laat een zwarte studiovloer zien, waarop met wit krijt de omtrekken van gebouwen zijn getekend, aan weerszijden van wat volgens de gestencilde letters op de vloer Elm Street heet. Slechts enkele decorstukken vullen de plattegrond aan: een bed, een schommelstoel, een winkeletalage of een in het luchtledige hangende kerktoren. Dit geraamte van een illusie, aangevuld met natuurgetrouwe geluidseffecten, zal het toneel zijn voor een drie uur durend verhaal.
Met vriendelijke, sonore stem introduceert een voiceover (John Hurt) de inwoners van het stadje, op een bewust clichématige wijze als simpele, arme maar hardwerkende mensen, het zout der aarde zeg maar. Dogville is een vergeten gat, compleet met verlaten mijnschacht, aan de rand van de Rocky Mountains en het einde van een doodlopende weg, waar de Depressie van de jaren 30 in alle hevigheid voelbaar is. Bezoekers kent het stadje niet, er valt immers niets te bezoeken. Op een avond hoort Tom Edison Jr. (Paul Bettany), aspirant-schrijver en zelfbenoemd moreel kompas van Dogville, enkele schoten in de vallei. Even later staat hij oog in oog met Grace (Nicole Kidman), een mooie jonge vrouw die op de vlucht blijkt voor een stel gangsters. Tom weet de rest van het stadje ervan te overtuigen Grace onderdak te bieden, en hij raadt haar aan haar nut voor Dogville te bewijzen door links en rechts klusjes te doen gedurende de twee weken die zij als proeftijd heeft gekregen.
Grace legt haar lot welbewust geheel in handen van de inwoners van Dogville, wat in het begin beantwoord lijkt te worden met acceptatie en zelfs vriendschap. Zij leert de bevrediging van een eenvoudig en dienstbaar leven kennen, de inwoners bloeien op door haar aanwezigheid en kruipen stuk voor stuk uit hun schulp. Maar regisseur Lars von Trier is er de man niet naar om een remake te maken van Sneeuwwitje en de zeven dwergen. Naarmate haar redders zich meer bewust worden van Graces kwetsbaarheid en de feitelijke macht die zij over haar hebben, worden gelegenheden om haar te chanteren, te vernederen en te misbruiken steeds vaker en schaamtelozer benut, met stilzwijgende instemming van de rest van Dogville. Genadeloos illustreert Von Trier het grenzeloze vermogen van de mens om zelfs zijn meest weerzinwekkende daden goed te praten, daarbij met eindeloze ironie gebruik makend van de nog altijd even warme vertelstem van John Hurt, die in milde en begripvolle bewoordingen de motieven van de verschillende personages in een uiterst kil daglicht stelt.
Met ieder hoofdstuk wordt de façade van medemenselijkheid en trots verder afgebroken, totdat op het eind ook de allerlaatste speler in het spel met de waarheid over zichzelf geconfronteerd wordt. Dit leidt tot een radicale conclusie, met een morele eenduidigheid die we eigenlijk alleen in rasechte Hollywoodproducten tegenkomen maar dan zonder de hypocrisie. De ontzettende wreedheid die volgt is volkomen consequent en, na alle lafheid en zelfbedrog, op een bizarre manier erg welkom.