Filmtotaal Recensie
Nu Japanse animatie in haar vele verschijningsvormen de wereld aan het veroveren is, en Disney zwaar heeft ingezet op de toekomst van visueel overdonderende 3D-tovenarij, lijkt een produktie als Les Triplettes de Belleville, waarin nostalgie de boventoon voert en zo goed als geen dialoog voorkomt, gedoemd om kopje onder te gaan. Gelukkig zijn de makers zich ervan bewust geweest dat je de Japanners en de Amerikanen niet op hun eigen terrein hoeft te verslaan om een boeiende tekenfilm te produceren.
Een grootmoeder, haar introverte kleinzoon Champion en hun hond vormen ergens begin jaren 50 een onafscheidelijk trio, dat naar alle tevredenheid woont in een rustig vrijstaand huis aan de rand van Parijs. Samen kijken ze op de televisie - een nogal opmerkelijk bezit voor die tijd - naar glamoureuze sterren van weleer: Josephine Baker, Fred Astaire en de zingende drieling Les Triplettes de Belleville, op het eerste gezicht verre familie van Tante Sidonia. De kleine jongen is gek van wielrennen, en Oma verrast hem door hem een rode driewieler kado te geven, wat een werkelijk ontroerend moment oplevert. Jaren later, als de moderne wereld inmiddels is opgerukt en een pal naast het huis aangelegde spoorlijn denderende forensentreinen langsvoert, traint Champion in de kronkelige straten van Parijs voor de Tour de France. Oma rijdt onverstoorbaar achter hem aan op de driewieler, met een fluitje het tempo aangevend. Even later zien we haar met hetzelfde fluitje bovenop de bezemwagen zitten, met de dikke lobbes van een hond naast haar, Champion aansporend tijdens de Tour de France.
Het verhaal verandert in een misdaadavontuur wanneer Champion tijdens een bergetappe door Franse mafiosi wordt ontvoerd en op een vrachtschip over de oceaan naar Belleville wordt gedeporteerd, om ingezet te worden in een typisch Franse tak van de gokindustrie.