Max (1994)
Andy en zijn vrouw Jayne, voormalige hippies, zijn gesetteld in het grootstedelijke Vancouver. Ze hebben een driejarig zoontje, Max. Het hummeltje blijkt aan een zeldzame bloedkanker lijden en heeft nog maar zes maanden te leven. Vader Andy gaat letterlijk uit z'n dak als er vermoed wordt dat milieuvervuiling weleens de oorzaak zou kunnen zijn. Te midden van zijn woede aanvallen, depressies en bijna-waanzin besluit hij de stad te verlaten en - zoals dat behoort in hippietraditie - terug te keren tot de natuur en met nog maar één wens: zijn zoontje te laten genezen.