Filmtotaal Recensie
Regie: Lars von Trier | Cast: Matt Dillon (Jack), Bruno Ganz (Verge), Riley Keough (Simple), Uma Thurman (Lady 1), Siobhan Fallon Hogan (Lady 2), Sofie Gråbøl (Lady 3), Jeremy Davies (Al), Jack McKenzie (Sonny), e.a. | Speelduur: 152 minuten | Jaar: 2018
Lars von Trier drukt waar het zeer doet. Met The House That Jack Built werd de Deense regisseur zeven jaar na zijn nazi-opmerkingen weer welkom geheten op het filmfestival van Cannes. Uiteraard keerde de provocateur niet terug zonder een artistiek middelvingertje op te steken naar de festivaldirectie. Of moeten we serieus geloven dat de casting van Bruno Ganz - die bekend is geworden door zijn vertolking van Adolf Hitler in Der Untergang - puur toeval is?
The House That Jack Built volgt aan de hand van vijf 'incidenten' de lotgevallen van seriemoordenaar Jack, die zichzelf Mr. Sophistication noemt. Deze psychopaat met smetvrees werkt in een aantal fases toe naar zijn ultieme doel: het plegen van de perfecte moord. Zijn slachtoffers bestaan hoofdzakelijk uit jonge, domme en eenzame vrouwen, die op neerbuigende wijze van een nummertje worden voorzien of een naam als 'Simple' krijgen toebedeeld. Dat Von Trier zich daarmee voor de zoveelste keer beschuldigingen van misogynie op de hals haalt, weet hij dondersgoed. Het verschil met zijn voorgaande films is dat hij zijn criticasters nu bij voorbaat de mond probeert te snoeren met een pseudofilosofische verklaring. Overigens zonder effect, want zo'n statement voelt vooral aan als een goedkoop excuus om lekker door te blijven gaan met zieken.