Filmtotaal Recensie
Regie: Yasujirô Ozu | Cast: Setsuko Hara (Noriko Mamiya), Chishû Ryû (Koichi Mamiya), Chikage Awashima (Aya Tamura), Kuniko Miyake (Fumiko Mamiya) e.a. | Speelduur: 124 minuten | Jaar: 1951
Vorig jaar was er een mini-retrospectief van de Japanse meester Yasujirô Ozu, dat begon in EYE en daarna door het land toerde. Aanleiding was een aantal digitale restauraties van zijn films, aangevoerd door een gloednieuwe Tokyo Story. De belofte bij dat programma van vijf films was dat dit jaar Ozu's meesterwerk Late Spring op dezelfde manier zou uitkomen. Dat gebeurt nu inderdaad, maar EYE heeft een leuke verrassing in petto met Early Summer: het minder bekende, maar even goede middelste deel van de Noriko-trilogie.
De andere twee delen van deze trilogie zijn Late Spring en Tokyo Story. De trilogie wordt zo genoemd omdat Ozu's muze Setsuko Hara in alle drie de films een vrouw met de naam Noriko speelt. Uiteraard is vaste Ozu-acteur Chishû Ryû telkens haar vader of vaderfiguur. In Late Spring wonen zij samen als alleenstaande vader en dochter en zorgt Noriko voor haar vader. Uit sociale druk trouwt zij, terwijl eigenlijk geen van beiden daar echt gelukkig mee is. In Tokyo Story worden Ryû en zijn vrouw door geen van hun kinderen echt gewaardeerd, behalve door schoondochter Noriko, de eenzame weduwe van hun tweede zoon. Communicatieproblemen tussen generaties en de rol van vrouwen in het Japan van na de Tweede Wereldoorlog keren in beide films terug.