Filmtotaal Recensie
Regie: Robert Lorenz | Cast: Clint Eastwood (Gus), Amy Adams (Mickey), Justin Timberlake (Johnny), John Goodman (Pete Klein), Matthew Lillard (Phillip Sanderson) e.a. | Speelduur: 111 minuten | Jaar: 2012
Dat een film door de werkelijkheid wordt ingehaald is niet ongebruikelijk. Wanneer een film echter wordt ingehaald door de verfilming van de werkelijkheid is dat niet alleen opvallend, maar bovenal een slecht teken voor de film in kwestie. Tien jaar geleden had je met een formulewerkje als Trouble with the Curve misschien nog redelijk kunnen wegkomen, maar krap een jaar nadat Moneyball overtuigend liet zien hoe de introductie van computers en statistieken een ware revolutie heeft teweeggebracht in de Amerikaanse honkbalwereld, is het verhaal van een honkbalscout die de pensioengerechtigde leeftijd al lang voorbij is en zich uit alle macht verzet tegen vooruitgang en zich vastklampt aan zijn onderbuikgevoel eerder tragisch dan heroïsch. Vooral omdat de film van het laatste uitgaat.
Waar de oude garde van de honkbalwereld in Moneyball nog werd neergezet als een stel fossielen dat veel te lang in oude gewoonten was blijven hangen, daar wordt deze groep in Trouble with the Curve vertegenwoordigd door Gus Lobel, een honkbalscout van de oude stempel. Zijn aversie tegen het gebruik van computers grenst aan het hilarische (tot uiting komend in absurde teksten als: Gaat een computer mij straks ook vertellen wanneer ik aan mijn kont moet krabben?) en met zijn constante gegrom en gemopper mag het haast een wonder heten dat überhaupt nog iemand met hem wil werken. Maar goed, Gus is nu eenmaal de beste in zijn vakgebied, zoals gebruikelijk in dit soort films.