Pippi Långstrump (1969)
In een klein idyllisch dorpje in Zweden neemt Pippi Langkous samen met het aapje Meneer Nelson en het paard haar intrek in de leegstaande Villa Kakelbont. Tommy en Annika, die om de hoek wonen, worden bevriend met Pippi, die zij om haar uitmuntende vertelkunst, haar buitengewone kracht en haar kist met goudstukken bewonderen. Pippi krijgt niet alleen te maken met mevrouw Prusselius, de directeur van het Kinderbureau die haar een gepaste opvoeding wil geven, maar ook met twee dieven die het op Pippi's goud gemunt hebben. Op een dag komt haar vader, de zeeman kapitein Langkous en ook de koning van Taka-Tuka Land, haar ophalen. Laat Pippi haar twee vrienden zomaar achter?