Filmtotaal Recensie
Regie: Edward Zwick | Cast: Tobey Maguire (Bobby Fischer), Liev Schreiber (Boris Spassky), Peter Sarsgaard (Vader Bill Lombardy), Robin Weigert (Regina Fischer), Lily Rabe (Joan Fischer), Conrad Pla (Carmine Nigro), e.a. Speelduur: 115 minuten | Jaar: 2014
In 1972 werd de wereld gegrepen door een sportevenement dat zijn weerga niet kende. Dit keer werd er niet gevoetbald, atletiek bedreven of geschaatst, maar zat de wereldbevolking aan de buis gekluisterd voor één van de spannendste sporttoernooien van de moderne wereldgeschiedenis. Op 11 juli 1972 begon in de IJslandse hoofdstad Reykjavik het toernooi tussen schaakgrootmeesters Bobby Fischer en Boris Spassky. Het toernooi besloeg eenentwintig wedstrijden. Ook al won de Amerikaan Fischer uiteindelijk van zijn Russische tegenstander, het evenement kende een zeer grimmig verloop. Dit kwam vooral door het grillige gedrag van Fischer. Zo kwam het zonderlinge schaakgenie een keer helemaal niet opdagen, maakte hij kardinale fouten die normaalgesproken alleen aan beginnelingen zijn toe te schrijven, maar sloot hij het toernooi af met meesterlijke, gewaagde zetten die nu nog steeds aan beginnende schakers worden geleerd. En dan was er nog het diepgewortelde wantrouwen van de schaker naar de Russen toe, want het wereldkampioenschap speelde zich af op het absolute kookpunt van de Koude Oorlog.
De strijd tussen de Amerikaan en zijn Russische rivaal was al eens onderwerp van de musical Chess, maar staat opnieuw centraal in het biografische drama Pawn Sacrifice van Edward Zwick. De maker van Legends of the Fall en The Last Samurai trekt behoorlijk wat tijd uit voor het vastleggen van Bobbys jeugd. Het was een jongen die opviel door onopvallendheid en wiens talent voor het strategische schaakspel al vroeg ontdekt werd. De joodse Bobby, zoon van een Duitse migrant en een Russisch-Poolse moeder, had een ongekend vermogen om de zetten van zijn tegenstanders te doorzien en vele stappen vooruit te denken. Precies dat wat een genie in het schaakspel oplevert. Hij schopte het dan ook al snel tot de jongste grootmeester in de denksport. Hierbij werd hij altijd ondersteund door zijn moeder en als jongvolwassenene was hij uitgegroeid tot een vermaard simultaanschaker. Maar Fischer had ook een politieke agenda, die door de Amerikaanse autoriteiten werd aangewakkerd. Niet alleen leidde dit tot de wens om de ongeëvenaarde Russen te verslaan, maar ook tot een ziekelijke vorm van wantrouwen. Tijdens het roemruchte toernooi in IJsland, waar Zwicks drama tot een explosief hoogtepunt komt, vertrouwde Fischer niets en niemand meer. Hij stoorde zich aan het geadem van het publiek, wilde dat de organisatoren afstand tot de toeschouwers betrachtten en was bang afgeluisterd te worden. Pawn Sacrifice draait dan ook voornamelijk om de waanzin van één man die pathologische proporties aanneemt.