Filmtotaal Recensie
Regie: James Mangold | Cast: Joaquin Phoenix (Johnny Cash), Reese Witherspoon (June Carter), Ginnifer Goodwin (Vivian Cash), Robert Patrick (Ray Cash) e.a. | Tijdsduur: 137 minuten
Voor vele mensen is Johnny Cash een legende, zeker in de Verenigde Staten. Hij was The Man in Black, die zong en speelde voor iedereen die niemand anders had; de man die zichzelf als mens en muzikant opnieuw uitvond toen hij samen met June Carter Cash voor gevangenen ging optreden. Minder bekend is het verhaal van Cash dat zich voor die tijd afspeelde, toen hij zijn eerste stappen zette als beroemde muzikant maar bijna compleet ten val kwam voordat hij verlossing vond en tien jaar lang afwisselend wel én niet een zeer complexe relatie met June Carter had. Walk The Line gaat over die jaren, vanaf zijn jeugd tot en met zijn beroemde optreden in Folsom Prison, en concentreert zich daarbij op de liefdesgeschiedenis van John en June. Zij hebben de film overigens niet meer kunnen zien; zij stierven allebei in de eerste helft van 2003, een paar maanden na elkaar.
Johnny Cash wordt tijdens de Depressie geboren in het arme zuiden van de Verenigde Staten. Zijn oudere broer sterft als Johnny een jaar of tien is, wat een grote klap is voor zijn familie, die het al zo moeilijk heeft. Op achttienjarige leeftijd gaat Johnny het leger in, en daarna trouwt hij met Vivian en probeert hij aan de bak te komen als huis-aan-huis verkoper. Ondertussen ontwikkelt hij zijn vaardigheden als countrymuzikant. Hij doet een auditie bij Sun Records en krijgt een platencontract aangeboden. Hij neemt een aantal hits op in dezelfde studio waar Elvis Presley, Jerry Lee Lewis en Carl Perkins de rock-n-roll aan het grootmaken zijn. De geest van die muziek is ook terug te horen in het unieke geluid van Cash. Samen met die mannen reist hij door het land van optreden naar optreden, en tijdens een van die eerste tournees komt hij in aanraking met de peppillen, waar hij tot eind jaren 60 aan verslaafd zou zijn.