Filmtotaal Recensie
Regie: Benito Zambrano | Cast: Alberto Yoel García Osorio (Ruy), Roberto San Martin (Tito), Yailene Sierra (Caridad) e.a. | Speelduur: 110 minuten
Zelf omschrijft de Spaanse regisseur Habana Blues als een romantische komedie. Als in de eerste scènes het ene na het andere kleurrijke personage wordt geïntroduceerd, lijkt het inderdaad verdraaid veel op een romcom uit te gaan draaien. Zeker als de oma van de zanger als achtergrondzangeres met een sigaar en een glas rum in de badkamer aan het inzingen is, verwacht je louter een feelgood-film met exotische locaties en goede muziek. Zambrano focust echter net zoveel op de familieproblemen van de hoofdrolspelers en de armoedige leefomstandigheden in Cuba. Habana Blues is daarmee een prettige mengeling van muziek, couleur locale en klein, menselijk drama geworden.
Waar Cuba lange tijd gelijk stond aan sigaren, armoede en een politiek steekspel met de Verenigde Staten, roept het dankzij Ry Cooder & Wim Wenders sinds enige jaren ook sterke associaties op met Caribische muziek. In 1999 heeft Buena Vista Social Club over de hele wereld de ogen geopend voor een nog onbekend, kleurrijk Cuba door muzikanten te tonen die trots zijn op hun land en muzikale achtergrond. In Habana Blues wordt deze trots gekoppeld aan de hoop op een beter leven buiten Cuba. Die tweeslachtigheid is de kern geworden van Zambrano's eerste film na zijn succesvolle debuut Solas uit 1999. In tegenstelling tot het project van Cooder & Wenders figureert hier de jeugdige, meer underground muziek van het eiland, waaronder hiphop, alternative en heavy metal.