De aan alcohol verslaafde taxichauffeur Jonathan Flynn is een aspirerend auteur die al jaren lang van de daken schreeuwt dat hij een meesterwerk aan het schrijven is waar de wereld van ondersteboven zal zijn. Wanneer hij door zijn alcoholverslaving en korte lontje heibel met de buren schopt, wordt hij op straat gezet. Hij pleegt, opportunistisch als hij is, een telefoontje naar zoon Nick die hij jaren niet gezien of gesproken heeft. Jonathan kan namelijk wel wat hulp gebruiken bij het opslaan van zijn spullen. Zodra de klus geklaard is, heeft de alcoholist zijn zoon niet langer nodig. Als hij niet lang daarna ook zijn taxi en baan kwijtraakt, belandt Jonathan op straat. Ondertussen worstelt Nick, die eveneens schrijver is, met een writers block. Hij probeert structuur in zijn leven te krijgen door een baan aan te nemen in de daklozenopvang.
Acht jaar geleden verscheen het autobiografische Another Bullshit Night in Suck City, waarin schrijver en dichter Nick Flynn zijn ervaringen van zich afschreef. Centraal staan de vervreemde hereniging met zijn vader en Nicks werk als sociaalwerker in de nachtopvang voor daklozen in het Boston van eind jaren tachtig. Voor de verfilming ervan werd opvallend genoeg komedieregisseur Paul Weitz gecontracteerd. Naast de tumultueuze strubbelingen van Jonathan volgen we de stappen van zoon Nick naar erkenning, volwassenheid en verantwoordelijkheidsgevoel. Deze verhaallijnen komen regelmatig samen als de taxichauffeur en de welzijnsmedewerker elkaar in de ogen kijken. Een derde element is de jeugd van Nick, in flashbacks verteld, waarin zijn alleenstaande moeder het hoofd boven water probeert te houden.
Met het contracteren van grote namen als Robert De Niro, Julianne Moore en Little Miss Sunshine-acteur Paul Dano kan Weitz haast niet meer de mist in gaan. Dat gebeurt weliswaar ook niet, maar zijn verfilming van Nick Flynns levensverhaal gaat gebukt onder het grote aantal compromissen dat met name op het verhaaltechnische vlak gesloten moest worden. De focus ligt aanvankelijk op Jonathan, zijn zoon en moeder Jody Flynn. Waar de levens van vader en zoon eerst ver uiteenlopen is het de bedoeling dat deze uiteindelijk samensmelten. De gebeurtenissen uit Nicks jeugd moeten een verklaring en fundament bieden voor de strubbelingen waarmee hij als volwassene worstelt.
Weitz probeert hierbij zowel de vele tegenstellingen als de ettelijke overeenkomsten tussen de personages te onderstrepen. Dit levert een ongelukkig contrast op. Wat valkuilen, behoeftes en impulsen betreft lijkt Nick meer op zijn vader dan hem lief is, maar even later laat hij weer compleet tegenovergesteld gedrag zien. Het is een open deur die Weitz maar al te graag intrapt, maar het gegeven wordt vervolgens onvoldoende uitgediept. De personages hebben bovendien ook nog eens sores die weinig met de complexe familiebanden van doen hebben, waardoor Weitz regelmatig het overzicht en de rode draad kwijtraakt. Het zijn iele subplots die de aandacht afleiden, hierdoor weinig indruk maken en geenszins het hoofdthema stutten.
Als een serieus project doet Being Flynn onder de leiding van de regisseur van American Pie en About a Boy onwennig aan. Weitz kwaliteiten werden al erkend met een Oscarnominatie, maar komen hier niet goed tot hun recht. De overgang tussen lichte komedie - vooral vanuit de rol van De Niro - en drama is ongemakkelijk en onnatuurlijk. De verhaallijn met Nicks moeder is, de aanwezigheid van Julianne Moore ten spijt, grotendeels overbodig omdat al snel bekend is hoe deze afloopt. Maar de grootste teleurstelling is toch wel de vertolking van De Niro die net als bij zijn recente optreden in Red Lights op de automatische piloot acteert en bitter weinig bezieling toont. Being Flynn had zo veel meer kunnen zijn, maar is slechts de som der delen.