Met meer dan driehonderdvijftig miljoen verkochte stripalbums en een nationaal themapark in Frankrijk, is de kleine Galliër Asterix nog altijd ongekend populair. Ook de filmfranchise gebaseerd op het werk van René Goscinny en Albert Uderzo kabbelt nog steeds lekker voort. Echter, sinds de bewerking van de eveneens geliefde stripheld Kuifje door Peter Jackson en Steven Spielberg ligt de lat van het genre opeens een stuk hoger. Kunnen Asterix en Obelix zich in dit vierde deel nog steeds meten met deze nieuwe standaard?
De inspiratie voor het scenario komt deze keer uit een combinatie van de albums Asterix en de Britten en Asterix en de Noormannen. Na eerder al bekende locaties als Egypte en Athene aan te hebben gedaan, bevindt het strijdtoneel zich deze keer in Groot-Brittannië, waar keizer Julius Caesar de boel probeert te veroveren. Hierop besluit de koningin van de Britten de hulp van de Galliërs in te schakelen en worden Asterix en Obelix eropuit gestuurd om de Romeinen weg te jagen.
Engeland staat vooral bekend om zijn typische droge humor. Dat schept de verwachting dat er in dit deel weer flink wat te lachen valt, maar helaas blijven de grappen vooral steken op flauwe stereotyperingen en het veelvuldig herhalen van direct uit het Engels vertaalde uitdrukkingen. Zo wordt de kreet Een jolig goede morgen! de kijker tot vervelens toe om de oren gesmeten. Gelukkig poogt regisseur Laurent Tirard ook de oudere kijkers te vermaken met hier en daar een knipoog naar andere films en geinige popcultuurreferenties; variërend van geslaagd (een ongemanierde Noorman die de Ludovico-therapie uit A Clockwork Orange moet ondergaan) tot opzichtig (Julius Caesar met een matige imitatie van Darth Vader).
Sinds Asterix & Obelix: Missie Cleopatra brengt iedere nieuwe Asterix-film ook een nieuwe Asterix met zich mee. Dit keer neemt Edouard Baer de credits op zich. Hij weet zich goed staande te houden naast zwaargewicht Gerard Depardieu. De leukste rol wordt echter onverwachts neergezet door Hippix, het verwende neefje van stamhoofd Heroix. Als zelfbenoemd meisjesidool geeft hij met lekker dik aangezette maniertjes een prima tegenwicht aan de ruwe Galliërs. De prestaties van de Nederlandse stemacteurs zijn wisselvallig. Patrick Martens en Youp van t Hek doen het heel aardig als de titelhelden, maar de rest slaat de plank regelmatig mis. Vooral de zogenaamd Britse accenten komen vaak erg geforceerd over en werken al snel op de zenuwen.
Ondanks enkele missers is Asterix & Obelix bij de Britten een onderhoudende familiefilm, met dezelfde vrolijke, cartooneske stijl uit de voorgaande delen, waar vooral de jongste kijkers van zullen genieten. Alle vaste stappen worden plichtmatig uitgevoerd, en ook alle wijze levenslessen over liefde, vriendschap en moed komen onvermijdelijk voorbij. Hier en daar weet de film wel een glimlach op het gezicht te toveren, maar voor de volwassen kijker is het uiteindelijk toch een lange zit. Zeker aan het einde wanneer de film al afgelopen lijkt te zijn en er nog even een klef boybandnummertje tegenaan wordt gegooid.