De beste Amerikaanse gangsterfilms presenteerden altijd de keerzijde van de Amerikaanse droom; van de oorspronkelijke gangstercyclus van Warner Bros. begin jaren dertig tot de immigrantendroom van de Godfather-trilogie tot de alternatieve zakenmannen in de jarennegentigfilms van Martin Scorsese. Killing Them Softly zet deze traditie voort met een maffiaverhaal tijdens de verkiezing van Obama in 2008. Regisseur Andrew Dominik en ster/producent Brad Pitt revitaliseerden vijf jaar terug de western met The Assassination of Jesse James by the Coward Robert Ford en nemen nu dat andere, zo typisch Amerikaanse filmgenre onder de loep. Met opnieuw een zeer gedenkwaardig resultaat, dat een cynisch beeld van modern Amerika schetst.
In dit Amerika zijn de hardste, geniepigste mensen de enige winnaars. Geld en reputatie zijn het enige wat telt. Terwijl aftredend president Bush op de radio over het dalen van vertrouwen tijdens het uitbreken van de crisis spreekt, wordt Markie onterecht verantwoordelijk gehouden voor een overval op een illegaal pokertoernooi. Het is de kroon op zijn slechte reputatie als zakenman. Markie, een mooie rol van Ray Liotta, is het tegenovergestelde van het personage in Goodfellas dat Liotta beroemd maakte.
De overval wordt in werkelijkheid gepleegd door Frankie en zijn vriend Russell, wanhopige jonge gozers die financieel niet rond kunnen komen. Het zijn eenzame, arme sloebers, die worden gebruikt door een gangster die een snelle slag denkt te slaan en niet geeft om eventuele slachtoffers. Dan komt Brad Pitt in de gedaante van Jackie Cogan de film binnen wandelen op de tonen van The Man Comes Around, waardoor meteen duidelijk wordt dat hij er is om orde op zaken te stellen. Jackie is ingehuurd om uit te zoeken wie verantwoordelijk is voor de roofoverval en om daarna met alle betrokkenen af te rekenen.
Als een directeur die een werknemer om emotionele redenen niet zelf wil ontslaan, schakelt Cogan een kennis in om één van de moorden te plegen die emotioneel zou kunnen uitpakken. Huurmoordenaar Mickey is een glansrol van James Gandolfini, die in slechts enkele scènes een fantastische loser neerzet (mijlenver verwijderd van zijn rol in The Sopranos), kapotgemaakt door zijn werk en de harde Amerikaanse samenleving zoals geportretteerd in de film.
Wanneer Mickey het laat afweten, komt de boodschap van de film bovendrijven: iedereen staat er alleen voor in Amerika. Ook Jackie moet zijn eigen boontjes doppen. Hij vermoordt zijn slachtoffers graag van afstand. 'Killing them softly' noemt hij dat, maar of het nou rommelig wordt door emotie of niet, er is natuurlijk niets zachts aan iemand meerdere keren neerknallen om zeker te zijn dat de dood is ingetreden. Hier laat regisseur Dominik dan ook geen illusies over bestaan. Hij brengt het duidelijk, hard en bloederig in beeld; in één geval zelfs in gruwelijke slowmotion. Al net zo grimmig geven Dominik en cinematograaf Greig Fraser het leven in de verlopen buitenwijk van New Orleans weer. Het ademt verval en wanhoop zonder dat het armoedeporno wordt - ondanks een memorabele scène waarin heroïnegebruik een grote rol speelt.
Killing Them Softly is geen subtiele film en steekt zijn kritiek op de Amerikaanse samenleving en het idee van de Amerikaanse Droom niet onder stoelen of banken. Het contrast tussen de leefwereld van de personages en de campagnespeeches van Obama die voortdurend op de achtergrond voorbijkomen, is duidelijk. Brad Pitt verwoordt de thematiek zelfs in zijn dialogen, maar toch zit de boodschap organisch in de film verweven. De weergave van de Amerikaanse samenleving is terug te vinden in de manier waarop de gangsters met elkaar omgaan. In het harde, kille Killing Them Softly is de Amerikaanse droom een overtuigend helse nachtmerrie.