Alles is Familie
Recensie

Alles is Familie (2012)

Vervolg op Alles is Liefde is eigenlijk helemaal geen vervolg, maar kan prima op zichzelf staan.

in Recensies
Leestijd: 2 min 24 sec
Regie: Joram Lürsen | Cast: Thijs Römer (Rutmer de Roover), Carice van Houten (Winnie de Roover), Benja Bruijning (Charlie de Roover), Jacob Derwig (Dick Tasman), Martine Bijl (Jeanette de Roover), Georgina Verbaan (Leonie), René van ’t Hof (Evert), Chris Zegers (Skipper), Remko Vrijdag (Fulco), Wilbert Gieske (Jelle), e.a. | Speelduur: 133 minuten | Jaar: 2012

Alles is Liefde was de best bezochte Nederlandse film van het vorige decennium, dus een vervolg was een logische volgende stap. Toch sprong niet iedereen meteen een gat in de lucht toen Alles is Familie werd aangekondigd. De titel deed vermoeden dat hier werd voortgeborduurd op een succesformule, en dat pakt vrijwel nooit leuk uit. Maar wat blijkt? Die opzichtige verwijzing naar de eerdere hit is nergens voor nodig geweest. Deze romantische komedie kan prima op eigen benen staan.

Dat de makers zich in de promotiecampagne veel beroepen op Alles is Liefde is te begrijpen, maar gelukkig hebben regisseur Joram Lürsen en scenarist Kim van Kooten dat idee voor het maken van Alles is Familie aan de kant geschoven. Buiten het feit dat het hier opnieuw gaat om een romantische komedie met een paar dezelfde acteurs, hebben de twee films geen raakvlakken met elkaar.

Je zou nog kunnen zeggen dat ook Alles is Familie werkt met verschillende verhaallijnen, maar eigenlijk is de manier waarop niet vergelijkbaar. Het gaat hier niet om een mozaïekstructuur. Alles is Familie draait om - jawel - familie, dus hechten de losse perspectieven meer in elkaar. Het maakt de film een stuk conventioneler dan zijn ‘voorganger’, maar het biedt ook meer mogelijkheden. In plaats van een aantal losse schetsen van vermakelijke plotjes, concentreren Lürsen en Van Kooten zich meer op het neerzetten van verhoudingen tussen personages. Dat maakt deze film, met name in het laatste half uur, menselijker en ontroerender.

Het wel en wee van de familie De Roover is aanvankelijk nog komisch en lichtabsurdistisch. Wanneer muziekproducent Rutmer onvruchtbaar blijkt te zijn, wil zijn vrouw Winnie kunstmatige inseminatie. Maar de narcistische Rutmer wil iets van zichzelf terug zien in zijn kind, dus besluit hij achter Winnies rug om het zaad van zijn broer te gebruiken. Ook bij de andere familieleden gaat het liefdesleven niet zoals het zou moeten. Rutmers ouders zijn op elkaar uitgekeken en zwager Dick is nog altijd niet over de dood van zijn echtgenote heen.

Een serieuze ondertoon is wel aanwezig, maar de familiesituatie wordt luchtig opgezet. In het begin lijken de makers vooral de draak te willen steken met mensen die krampachtig betekenis aan hun leven willen geven. Pas als de familieleden zelf beginnen te beseffen dat ze zijn vastgelopen, krijgt ook het drama meer gestalte. Dat is wanneer Kim van Kootens kwaliteiten echt naar voren komen. Ze kan vlotte en geestige dialogen schrijven, maar het is vooral knap hoe ze vervolgens vanuit de personages een scenario naar oprecht sentiment kan sturen. De topcast rondt het daarna feilloos af.