De onderwerpen zombies, vampiers en weerwolven zijn in films en tv-series de laatste jaren flink uitgemolken in Hollywood. Maar er lijkt een nieuwe trend te ontstaan: de sprookjesverfilmingen schieten als paddenstoelen uit de grond. De afgelopen jaren verschenen op sprookjes gebaseerde films als Red Riding Hood, Snow White & The Huntsman en Mirror, Mirror en ook de televisie is veroverd met series als Grimm en Once Upon a Time. En daar blijft het niet bij. Nog dit jaar komt Bryan Singer met zijn versie van Sjakie en de Bonenstaak: Jack the Giant Slayer, voor 2014 staan twee nieuwe interpretaties van Doornroosje op het programma, en niemand minder dan Guillermo del Toro werkt aan een nieuwe versie van Pinocchio.
Maar eerst krijgen we nog Hansel & Gretel: Witchhunters te zien. Voor de bewerking van het klassieke sprookje van de gebroeders Grimm tekende de Noor Tommy Wirkola, die in 2009 een bescheiden hit scoorde met de nazi-zombiefilm Dead Snow. Wirkola verzorgt tevens de regie van deze vrije interpretatie van het sprookje.
De film begint met een in sneltreinvaart vertelde versie van het sprookje dat we allemaal kennen, waarin we zien hoe de kinderen Hansel en Gretel in het snoephuisje van de heks terechtkomen, gevangen genomen worden en weer ontsnappen. Fast forward naar zo'n vijftien jaar later en Hansel en Gretel zijn opgegroeid tot professionele heksenjagers. De ene na de andere heks moet eraan geloven en hun faam spoedt hen vooruit. Zo belanden ze in het dorp Augsburg, waar ze worden ingehuurd door de burgemeester om de dorpskinderen te vinden en te redden. Die zijn namelijk ontvoerd door een legertje heksen onder leiding van opperheks Muriel, die uiteraard snode plannen met de kinderen heeft...
Op heksenjacht dus! Maar hoe vermoord je dan een heks? Hansel legt het uit: onthoofden, villen of gewoon verbranden: If you want to kill a witch, set her ass on fire! Om vervolgens nauwelijks één van bovenstaande tactieken te gebruiken. Want kogels werken kennelijk ook: Hansel en Gretel zijn hun tijd ver vooruit, ze hebben namelijk de beschikking over een flink arsenaal vuurwapens, waaronder machinegeweren. En die komen goed van pas, want aan actiescènes geen gebrek. Die Hansel en Gretel moeten flink getraind hebben, want ze gaan de heksen als sprookjesversies van moderne actiehelden te lijf. Maar Wirkola verloochent ook zijn horrorroots niet. De film heeft een R-rating meegekregen en dat betekent dus dat er wel wat bloed mag worden vergoten. Geplette hoofden, afgehakte lichaamsdelen en uit elkaar spattende lijven: er valt genoeg lol te beleven voor de liefhebbers van splatter en gore. Aardige grapjes worden er ook gemaakt. Zo heeft Hansel suikerziekte overgehouden aan het gedwongen snoep eten in het heksenhuis. En worden aan melkflessen tekeningen van vermiste kinderen bevestigd; een knipoog naar het bekende Amerikaanse systeem van foto's op melkpakken.
Het entertainmentniveau is dus vrij hoog. Voor vervelen is er, zeker gezien de speelduur van nog geen negentig minuten, geen tijd. Maar voor een beetje fatsoenlijke verdieping van personages en verhaal helaas evenmin. Iedereen beschikt over een eendimensionaal, bordkartonnen karakter. Plotontwikkelingen die wel gebaat zouden zijn bij wat meer uitwerking of uitleg, worden in plaats daarvan afgeraffeld. En een interessante wending in het verhaal die ontstaat wanneer de onsympathieke sheriff besluit Hansel en Gretel eens flink te gaan tegenwerken, wordt al afgekapt vóór zij begonnen is. Op bijzonder amusante wijze, dat dan weer wel. Maar het had de spanning in het verhaal goed gedaan als men hier toch méér mee had gedaan. Dat is dan ook het algehele gevoel dat beklijft. Een leuk bedacht uitgangspunt, dat op vermakelijke wijze wordt gebracht, maar wel een betere uitwerking had verdiend. Zo loopt dit sprookje dus toch niet helemaal goed af.