Berberian Sound Studio
Recensie

Berberian Sound Studio (2012)

Vermakelijke kijk achter de schermen van een giallo kantelt steeds meer naar een beklemmende horror. Zonder bloed.

in Recensies
Leestijd: 2 min 24 sec
Regie: Peter Strickland | Cast: Toby Jones (Gilderoy), Tonia Sotiropoulou (Elena), Susanna Cappallaro (Veronica), Cosimo Fusco (Francesco), e.a. | Speelduur: 92 minuten | Jaar: 2012

De Italiaanse giallo is een enigszins vergeten filmgenre. In de jaren zestig en zeventig werd de onheilspellende, vaak erotisch getinte horror groot gemaakt door regisseurs als Dario Argento. Invloeden ervan zie je nog steeds wel terug. Bepaalde elementen in de films van David Lynch bijvoorbeeld. Of soms zelfs in de vorm van een volledige ode, zoals het nachtmerrieachtige Amer van de Belgische Hélène Cattet en Bruno Forzani. Ook de Britse regisseur Peter Strickland (Katalin Varga) laat zijn liefde voor het genre zien. Niet door het een op een te kopiëren, maar door ermee aan te tonen hoe belangrijk geluid kan zijn voor een film. Berberian Sound Studio is naast een benauwende horror in de oude Italiaanse stijl, ook een hele geestige film over het werk van de zogeheten ‘foley artist’, de persoon achter de geluidseffecten.

We zien hem aan het werk in een donkere Italiaanse studio. Gilderoy (eindelijk weer een hoofdrol voor Toby Jones) is overgevlogen uit Engeland om te werken aan het geluid voor een nieuwe film, wat bij aankomst een bloederige horror blijkt te zijn. Bakken met groente en fruit worden overhoop gehakt en op de grond gesmeten om de juiste effecten op de geluidsband te krijgen. De geluidsexpert begint nog aarzelend en timide aan zijn werk, maar krijgt dan steeds meer de smaak te pakken. We zien hem fanatiek zijn mes door een krop sla heen jagen terwijl hij naar het bioscoopscherm kijkt, waarop de moordenaar een van zijn slachtoffers bewerkt. De camera blijft gericht op Gilderoys gezicht. Van de horrorfilm zelf krijgt de kijker niets te zien. Of toch wel?

Berberian Sound Studio is aanvankelijk nog een plezierige en humoristische kijk achter de schermen van de giallo, maar gaat dan ook zelf steeds meer op een horror lijken. Film, fantasie en werkelijkheid beginnen door elkaar te lopen. Kijken we nou naar de gedachtes van de hoofdpersoon, de film waar hij aan werkt of de film van Strickland? Of kan dat misschien ook alle drie tegelijkertijd? De sfeer wordt steeds duisterder, broeieriger en verwarrender. Er zijn duidelijke gelijkenissen te vinden met het werk van Lynch. Met Inland Empire bijvoorbeeld, waarin de hoofdpersoon (en met haar de kijker) niet meer de grens kon aangeven tussen haar eigen leven en de film waar ze aan werkte. En het rood verlichte bord ‘Silenzio’, dat regelmatig in Berberian Sound Studio dreigend terugkeert, kan ook wel worden gezien als een directe verwijzing naar de sleutelscène in Mulholland Dr..

Strickland heeft een heerlijk cinefiele film gemaakt, die naast die bewuste verwijzingen ook expliciet duidelijk maakt hoeveel invloed geluid op spanning en sfeer kan hebben. Daar komt geen druppel bloed aan te pas. Zoals Lynch al meerdere malen zo knap bewees, speelt echte horror zich in het hoofd van de kijker af.