Een vrouw vertrekt met haar nicht Luise en dier man naar hun jachthuis in een bergdal. Daar aangekomen besluit het echtpaar nog even naar het dorp te wandelen. De vrouw blijft met hond Luchs alleen achter. Als ze de volgende ochtend wakker wordt, blijkt het echtpaar niet thuis gekomen te zijn. De vrouw besluit zelf richting het dorp te lopen om haar vrienden te gaan zoeken. Maar dan stuit ze op een onzichtbare wand, die haar hele leven plotsklaps verandert.
Eenzame opsluiting achter een onzichtbare wand, terwijl de rest van de wereld lijkt stil te staan. Dit uitgangspunt biedt mogelijkheid tot het overdenken van grote filosofische kwesties als de zin van het bestaan of het begrip tijd. De wereld buiten de wand lijkt er niet meer toe te doen en misschien staat hij daarom wel stil. Totaal aangewezen op zichzelf met niets anders te doen dan simpelweg te overleven, lijkt de zin van het bestaan ver te zoeken. Maar toch gaat ze door, want doodgaan vindt ze gezien haar leeftijd geen optie.
De vrouw denkt dat de tijd stil staat en dat zij zich daarin langzaam of snel beweegt. Voor haar gevoel gaat de tijd daarom soms snel en soms langzaam. De rest van de wereld is als bevroren, maar de seizoenen veranderen wel. Staat de tijd nu werkelijk stil? Het antwoord is misschien wel te vinden in de denkwijze van filosoof Aurelius Augustinus. Volgens Augustinus bestaat objectieve tijd niet, tijd is een scheppende daad van ons brein. De kloktijd gaat immers altijd even snel en zo veranderen dus ook de seizoenen gewoon in het normale tempo mee. Toch kan voor ons gevoel het ene moment voorbij vliegen en het andere moment maar voortduren. Wel degelijk is er zoiets als een verleden en toekomst. Dit is alleen geen tijd die in de werkelijkheid te observeren valt. Het is een dimensie van ons brein. Het brein creëert een tijdsbesef door verleden en toekomst aan elkaar te koppelen. Dit verklaart ook de uitspraak van de vrouw dat zij zich snel of langzaam beweegt binnen tijd. Tijd is geen tastbaar goed en het is haar brein dat denkt dat de tijd langzaam of snel gaat. Zelf telt ze de dagen en heeft ze de behoefte deze bij te houden in schrift. Zonder het besef van tijd is ze namelijk bang zichzelf te verliezen. Ze noteert de tijd aan de hand van gebeurtenissen die ze heeft meegemaakt. Sommige dagen is ze kwijt, dan weet ze niet meer wat ze destijds gedaan heeft. Maar als het brein, zoals Augustinus zegt, een tijdsbesef creëert door verleden en toekomst aan elkaar te koppelen, is dit niet meer dan logisch.
Martina Gedeck acteert soms vrij theatraal. Vooral wanneer ze de wand onderzoekt en deze met haar handen aftast. Bovendien onderzoekt ze die wand niet optimaal. Een storende factor in de film, want als het je zo afzondert van je dagelijks bestaan en je bang bent jezelf in die afzondering te verliezen, dan verwacht je op zijn minst dat het merendeel van de tijd besteed wordt aan het ontsnappen aan die vreselijke wand. De vrouw geeft zich echter bijna als slachtoffer over aan haar nieuwe lot en profileert zich ten opzichte van zichzelf als volwaardige antiheld. Ze lijkt zich dan ook meer te bekommeren om het lot van de dieren in haar nieuwe leven dan om zichzelf.
Maar dit is dan ook het enige echte gebrek. De stilte van de film is ontroerend overweldigend en in groot contrast met ons eigen omgevingsgeluid. Na het verlaten van de bioscoop overvalt je ineens de grote hoeveelheid geluidsvervuiling waaraan wij dagelijks onderworpen zijn. In de film zijn enkel de bijna monotone spraak van de vrouw, natuurgeluiden en soms klassieke muziek aanwezig. De spraak had zelfs nog minder mogen zijn. Dat zou meer ruimte scheppen voor het genieten van de mooie natuurplaatjes en je eigen filosofische gedachten. Want Die Wand geeft zeker voldoende stof tot nadenken.