Ondanks haar trieste oogopslag draait de Britse actrice Charlotte Rampling toch al bijna een halve eeuw mee in het internationale cinemacircuit. Haar treurige blik werd zelfs haar handelskenmerk. Vandaar dat de documentaire over haar carrière en leven die eind juli bij ons op dvd verschijnt als titel The Look heeft meegekregen. Haar uiterlijk heeft Rampling weinig parten gespeeld. Ze is weliswaar geen klassieke schoonheid, maar het brengt haar ook een chique voorkomen, waar een breed publiek zich toch mee kan vereenzelvigen. Rampling barst van de veelzijdigheid en acteerde niet alleen in het Engels, maar mocht ook in onder meer Italië en Frankrijk aan de bak. In de Britse thrillerverfilming I, Anna is Ramplings mysterieuze voorkomen zelfs de belangrijkste troef.
Ze speelt de tragische Anna Welles, een gescheiden vrouw die aan het speeddaten is geslagen om een leuke man tegen het lijf te lopen. Haar echte naam en privéleven geeft de beddenverkoopster liever niet meteen prijs dus noemt ze zichzelf liever Allegra. Anna woont met haar dochter en kleinkind in een bescheiden Londens tweekamerappartement. Een ontmoeting met de ruwe George Stone tijdens een dateavondje brengt de twee naar het appartement van de man. De avond krijgt een onverwachte wending. Stone wordt even later dood in zijn appartement gevonden. De verdenking van politieagent Bernie Reid gaat al snel uit naar Stones zoon en ex-vrouw. Maar Reid is tijdens zijn onderzoek Anna tegen het lijf gelopen, spoort haar onwetend van haar omgang met Stone op en probeert haar aan de haak te slaan. De rechercheur krijgt moeite om werk en privé gescheiden te houden als de waarheid dichterbij komt.
Speelfilmdebutant Barnaby Southcombe, die hier zijn eigen moeder Rampling regisseert, wil zich niet al te veel bezig houden met de vraag of Anna iets te maken heeft met de dood van Stone. Hij laat de kijker dan ook niet al te lang gissen, al smeert hij het hoe en waarom van haar betrokkenheid over bijna de volle negentig minuten speeltijd uit. Veel interessanter dan het gegeven dat Anna iets met de moord te maken heeft is de kwestie of de introverte vrouw wel zo onschuldig is als ze lijkt of meer een femme fatale is die zelfverzekerd en berekenend op haar doel afgaat. De scènes waarin de dood van Stone wordt gereconstrueerd doen obligaat en wat verveeld aan. Met veel dralen en herhalen komt de aap uit de mouw, terwijl iedereen hem al lang zag zitten. Het publiek heeft net zo veel kennis als inspecteur Reid en kan zich zelfs nog wel wat voorstellen bij de enorme aantrekking die hij bij Anna voelt. Het zijplotje van moeder en zoon hangt er maar een beetje bij en dient enkel als nodeloze afleidingsmanoeuvre.
Southcombes film noir heeft een mystieke, sfeervolle en tijdloze setting, waarbij de scènes die niet terugblikken nauwelijks tastbaar zijn. Het had zich net zo goed ergens in de jaren tachtig kunnen afspelen en Southcombe hangt het plot niet op aan de moderne communicatiemiddelen. Zo belt Anna steevast in een telefooncel naar huis en doen zelfs de computersystemen van de politie wat gedateerd en krakkemikkig aan. De basis wordt gevormd door de gelijknamige debuutroman van de New Yorkse psychotherapeute Elsa Lewins uit 1984. In de laatste minuten heeft Southcombe nog een interessante plotwending in petto. Het is wat vergezocht, maar verschaft de filmmaker wel een basis om waarheidsvinding te doen omslaan in psychologische verdieping van de personages. I, Anna heeft al net zon merkwaardige identiteit als de titelfiguur, wat veelal een pre is. De onheilspellende sfeer werkt effectief en motiveert ondanks veel vaagheden om door te kijken. Voor de echte liefhebber van klassiekers heeft Southcombe ook nog een spelletje spot de Bond-girl in petto.