Io Sono Li
Recensie

Io Sono Li (2011)

Politiek correct drama viel in de smaak bij het Europees Parlement. Niet verrassend, maar ook niet onterecht.

in Recensies
Leestijd: 4 min 7 sec
Regie: Andrea Segre | Cast: Zhao Tao (Shun Li), Rade Sherbedgia (Bepi), Marco Paolini (Coppe), Roberto Citran (advocaat), Giuseppe Battiston (Devis), e.a.| Speelduur: 98 minuten | Jaar: 2011

Io Sono Li won recentelijk de LUX-filmprijs, een onderscheiding die jaarlijks door het Europees Parlement wordt uitgereikt aan films die aandacht schenken aan sociale en maatschappelijke thema's binnen Europa. Een mooie eer en waarschijnlijk een van de redenen dat de film in Nederland de bioscoop heeft gehaald, maar ergens wringt er iets. Wanneer organisaties die niets met film van doen hebben binnen dat medium prijzen uitreiken, wordt de winnaar feitelijk gebruikt als verkondiger van de agenda die deze organisatie uitdraagt. Zo is Gus van Sants Milk een uiterst sterk gemaakte film over homo-emancipatie, maar door deze te onderscheiden met de zogenaamde GLAAD Media Award (waarbij de afkorting staat voor 'Gay & Lesbian Alliance Against Defamation') wordt het een propagandamiddel van de homolobby. In dat geval heiligt het doel misschien de middelen omdat deze organisatie een minderheid vertegenwoordigt, maar voor het Europees Parlement gaat die vlieger helaas niet op.

In het geval van Io Sono Li legt de toekenning van de prijs vooral de politiek correcte inborst van de film bloot. Erg diep of confronterend is de film namelijk niet. Dat betekent overigens niet dat hij niet de moeite waard is, want het speelfilmdebuut van de voorheen als documentairemaker actieve Andrea Segre heeft genoeg interessants te bieden. Centraal staat de moeilijkheid van communicatie tussen verschillende nationaliteiten; niet zozeer vanwege de taal (die valt immers te leren), maar vooral door het culturele verschillen. In een voice-over horen we de Chinese Chun Li aan haar zoontje vertellen dat haar hele leven in het teken staat van hem. Zij woont namelijk in Rome, waar ze lange dagen maakt in een naaiatelier, en hij bevindt zich nog in haar thuisland. Pas als ze haar schulden heeft afbetaald aan het Chinese syndicaat dat haar naar Italië heeft laten komen, zullen de twee worden herenigd.

Om dit proces te bespoedigen werkt Chun Li zo hard mogelijk en dat gaat niet ongemerkt aan haar werkgevers voorbij. Ze wordt beloond met een overplaatsing naar het kustplaatsje Chioggia, om daar een café te runnen. Van de groep oude vissers die het café dagelijks bezoekt, raakt ze al snel bevriend met Bepi, een Joegoslavische weduwnaar die al dertig jaar in Italië woont. Hoewel hij volledig lijkt te zijn geïntegreerd, blijkt het immigrantenbestaan een verbindende factor tussen de twee. Een halfslachtige poging ook poëzie erin te betrekken blijft echter zonder resultaat. De poëtische inslag van Bepi is beperkt tot het voordragen van geïmproviseerde rijmpjes; een dichterlijke ziel valt bij hem niet te ontdekken. De rol van Bepi wordt overigens zeer verdienstelijk gespeeld door Rade Sherbedgia. Het is een hele verademing deze acteur als warm en sympathiek mens te zien nadat hij door Hollywood zo vaak als stereotiepe Oostblokschurk is gecast.

Doordat de film uiterst rustig voortkabbelt zal deze niet aan iedereen zijn besteed, maar hoewel Segre een paar zijpaadjes te veel bewandelt, drijft hij de kijker nooit tot pure verveling. Zijn pogingen een sfeerfvol beeld te schetsen van Chioggia (waar hij zelf schijnbaar de nodige jeugdherinneringen heeft opgedaan) leiden vooral tot veel interessante beelden. Er gaat nauwelijks een minuut voorbij zonder water te zien (is het niet in de zee of een badkuip, dan wel over de vloer van het café) en de geregeld aanwezige mist maakt de horizon vaak onzichtbaar. Je hoeft de thematiek in deze beelden niet volledig te bevatten om toch lichtelijk betoverd te raken.

Dat het plot lange tijd erg dun blijft valt prima te vergeven, maar wanneer de film na een uur dan toch het grote drama opzoekt, gebeurt dat tamelijk lomp. De vissersvrienden van Bepi lijken er eerst geen enkel probleem mee te hebben dat hun favoriete café van de een op de andere dag wordt gerund door een slecht Italiaans sprekende Chinese, maar door de groeiende vriendschap met Bepi (waar sommigen meer in zien dan er daadwerkelijk speelt), blijkt ineens dat de xenofobie bij iedereen behoorlijk diep zit. De scène waarin dit duidelijk wordt, komt behoorlijk uit de lucht vallen en mist elke vorm van tact.

Gelukkig wordt hieraan een aardige draai gegeven doordat ook het Chinese syndicaat met afschuw reageert op de zogenaamde relatie tussen Chun Li en Bepi. Bang dat deze de reputatie van de plaatselijke Chinese gemeenschap schade toebrengt, wordt de eerste opgedragen het contact met de tweede te beëindigen. Doet ze dat niet, dan zet ze de hereniging met haar zoontje op het spel. Dergelijke dilemma's zien we geregeld voorbijkomen in romantische drama's, maar van romantiek is hier geen sprake en aangezien Chun Li's zoontje haar enige drijfveer is, kan ze hem niet opgeven. De gebruikelijke oplossing in romantische films is dat liefde alles overwint, maar in dit geval is dat maar de vraag. Io Sono Li zal Europa niet gaan redden, maar als propagandamiddel had het Europees Parlement het een stuk slechter kunnen treffen.