De filmzomer van 2012 werd gedomineerd door twee superheldenfilms waar jarenlang reikhalzend naar werd uitgekeken: The Avengers en The Dark Knight Rises. Inspelend op de populariteit van hun voorgangers wisten beide films wereldwijd meer dan een miljard dollar aan kaartverkoop binnen te slepen. De derde superheldenfilm van die zomer had het iets moeilijker: The Amazing Spider-Man was namelijk een reboot van een franchise die pas tien jaar eerder was opgestart. Dat viel niet bij iedereen in goede aarde (vooral degenen die liever een vierde deel in de originele reeks hadden gezien), maar eenieder die openstond voor een nieuwe regisseur, een nieuwe Peter Parker en een nieuwe invalshoek, kreeg een film die de vanzelfsprekende vergelijking met de eerste Spider-Man prima kon doorstaan. Sam Raimis eersteling werd gevolgd door het inmiddels tien jaar oude maar nog altijd veelgeprezen Spider-Man 2. Kan The Amazing Spider-Man 2 op zijn beurt de vergelijking daarmee doorstaan?
Dat de studio krap vijf jaar na Sam Raimis Spider-Man 3 al met een reboot kwam, had vooral praktische redenen. Het werkt namelijk zo dat een studio de rechten op een stripfiguur verliest als er niet binnen een bepaalde tijd een film van wordt gemaakt. Een duidelijk voorbeeld van een dergelijke situatie is Daredevil. Na een niet bijster succesvolle film over deze blinde superheld in 2003 en enkele mislukte pogingen de franchise daarna opnieuw op te starten, moest filmstudio 20th Century Fox recentelijk lijdzaam toezien hoe de rechten terugvloeiden naar de oorspronkelijke eigenaar. Wie dat was? Marvel Comics. Uitgerekend het bedrijf met een studio die momenteel bezig is met een zeer succesvolle reeks superheldenfilms. Zonder The Amazing Spider-Man zou met Spidey precies hetzelfde zijn gebeurd. Geen wonder dus dat de huidige rechthebbende studio Sony er alles aan doet om deze kip met de gouden eieren niet te verliezen aan de concurrent.
Nog voor het uitkomen van The Amazing Spider-Man was een vervolg al aangekondigd. Gelukkig dus dat die film het qua opbrengst lang niet slecht deed. Nu dit tweede deel verschijnt, zijn de ambities van de studio nog wat verder gegroeid: een derde en vierde deel zijn in de maak, evenals twee spin-offs over de tegenstanders van de titelheld. Dergelijke plannen hebben de grote concurrent Marvel met zijn diverse aan elkaar geknoopte franchises geen windeieren gelegd, maar of het voor deze reeks noodzakelijk is, mag worden betwijfeld. The Amazing Spider-Man 2 zit namelijk dusdanig vol met opzetjes voor de toekomst dat het geregeld lijkt te vergeten zijn eigen verhaal te vertellen. En dat is jammer, want er is genoeg om van te genieten.
Aangezien het vorige deel duidelijk geënt was op Batman Begins, is het niet vreemd dat de makers voor dit deel hun inspiratie hebben gezocht bij The Dark Knight. Voor sommige plotelementen werkt dat best goed (zoals het gegeven van verlies, waar veel personages mee leuren), maar qua toon weet men het allemaal niet even goed sluitend te krijgen. De tamelijk realistische toon van de vorige film wordt namelijk vaak losgelaten om terug te keren naar de luchtigheid van Sam Raimis Spider-Man-trilogie. Het beste voorbeeld hiervan is antagonist Electro. De aanwezigheid van deze eenzame zieligerd die door een ongeluk superkrachten krijgt, doet weinig voor het verhaal van Spider-Man (behalve dat ze het af en toe tegen elkaar opnemen) en Jamie Foxx vertolkt het personage zonder een greintje subtiliteit. Dat is vooral een spijtige tekortkoming omdat de schurk uit de vorige film ook al niet bijster interessant was.
Gelukkig is er nog een tweede tegenstander in de vorm van Harry Osborn, ditmaal gespeeld door de veelbelovende Dane DeHaan. De wijze waarop dit personage zijn intrede doet, laat zien dat introducties niet per se al in een eerdere film hoeven plaats te vinden: dankzij de juiste dialogen en goede vertolkingen wordt direct duidelijk hoe de verhoudingen tussen Harry en Peter liggen. Met zijn charmante venijn steelt DeHaan elke scène waarin hij zit, ook in aanwezigheid van de twintig jaar oudere Foxx. Het beste tegenspel krijgt hij trouwens gewoon van zijn generatiegenoten Andrew Garfield en Emma Stone. Tussen de laatste twee borrelt nog altijd een heel aangename chemie, waarschijnlijk omdat de twee ook in het dagelijks leven een koppel vormen. Stone krijgt daarnaast de kans om Gwen Stacy goed neer te zetten als actief personage in plaats van de zoveelste dame in nood.
Hoewel de film qua plot behoorlijk vol zit, weet terugkerend regisseur Marc Webb alle elementen redelijk in balans te houden (een stuk beter dan in Spider-Man 3 in ieder geval). Een mooie prestatie, maar om de vergelijking met Spider-Man 2 te kunnen doorstaan, is meer nodig. Want waar die film ten opzichte van zijn voorganger een paar stevige stappen vooruit wist te zetten, doet The Amazing Spider-Man 2 er eentje terug. De personale uitdieping is namelijk niet altijd even sterk en hoewel er genoeg visueel spektakel is, ontbreekt een echt beklijvende scène zoals het befaamde treingevecht. Het is knap hoe The Amazing Spider-Man 2 gedurende zijn stevige speelduur weet te vermaken zonder te leunen op overdadige actie (er zijn slechts drie grote actiescènes), maar in totaliteit beschouwd lijkt de film er toch vooral te zijn om de kaarten te schudden voor toekomstige films.