De filmstijl die bekend is komen te staan als 'found footage' wordt nog altijd het meest toegepast voor horror. Logisch, want angstaanjagende taferelen laten filmen door de personages die ze meemaken, zorgt ervoor dat het publiek zich vrij eenvoudig in dergelijke situaties kan verplaatsen. Voor films over demonen en klopgeesten is deze stijl zelfs zo gebruikelijk geworden dat het bijna opvalt wanneer een film met dergelijke onderwerpen de zaken op een meer traditionele wijze in beeld brengt. The Quiet Ones is de zoveelste film over paranormale verschijnselen, maar voor de verandering niet geheel gefilmd door (een van de) personages. In plaats daarvan wordt een interessante combinatie van stijlen gehanteerd: de bovennatuurlijke taferelen waaraan de personages worden blootgesteld, zien we door hun camera, terwijl de rest van de scènes op reguliere wijze is gefilmd. Een redelijk geslaagde truc, maar helaas heeft de film verder weinig in huis.
Dat deze opzet werkt, komt vooral doordat de kijker zich nu eens niet door oninteressante tussenstukken hoeft te ploegen. De foundfootage-aanpak werkt namelijk het best op de spannende momenten, maar daartussen zitten vaak saaie scènes waarin iemand onnodig een camera draaiend houdt. The Quiet Ones ontvouwt zich voor het grootste deel als een reguliere speelfilm en pas wanneer er iets lijkt te gaan gebeuren, komt de camera tevoorschijn. Cameraman in kwestie is de twintiger Brian, die in de jaren zeventig wordt ingelijfd door de charismatische Oxfordprofessor Joseph Coupland om verslag te doen van een experiment dat hij samen met twee studenten uitvoert. Het doel: bij een jonge patiënte een poltergeist creëren.
Brian is aanvankelijk een behoorlijk onzichtbare hoofdpersoon. Hij kijkt toe en documenteert, maar heeft verder geen rol in het experiment. Dat past hem wel, want de jongeman beschikt niet over al te veel persoonlijkheid. Maar wanneer hij gevoelens ontwikkelt voor de patiënte die gewillig alle proeven van Couland ondergaat, komt er toch iets bovendrijven. De professor blijkt bereid in zijn experiment erg ver te gaan, wat zorgt voor een confrontatie tussen hem en zijn chroniqueur. De rol van Brian wordt opvallend sterk gespeeld door de rijzende ster Sam Claflin, wiens ingetogen spel mooi contrasteert met zijn meer flamboyante verschijning in het recente The Hunger Games: Catching Fire.
Maar een afwijkende stijl en een goede hoofdrol zijn lang niet genoeg om een verder ronduit middelmatige film goed te maken. Regisseur John Pogue (in het verleden als scenarist verantwoordelijk voor vergeetbare producties als The Skulls en Ghost Ship) kan het niet laten te vervallen in flauwe schrikmomenten, waarmee elke langdurige stilte wordt doorbroken door een explosie van geluid. Het drama raakt hierdoor ondergesneeuwd en de thema's worden dusdanig zwak uitgewerkt, dat de kijker zijn interesse waarschijnlijk al heeft verloren tegen de tijd dat het tegenvallende einde zich aandient. Links laten liggen dus deze film en kijk of het veruit superieure Oculus nog ergens draait.