22 Jump Street
Recensie

22 Jump Street (2014)

Méér van hetzelfde, maar dat is voor de verandering helemaal niet erg.

in Recensies
Leestijd: 2 min 45 sec
Regie: Phil Lord, Christopher Miller | Cast: Jonah Hill (Schmidt), Channing Tatum (Jenko), Peter Stormare (The Ghost), Wyatt Russell (Zook), Amber Stevens (Maya), Jillian Bell (Mercedes), Ice Cube (Captain Dickson), Nick Offerman (Deputy Chief Hardy) e.a. | Speelduur: 112 minuten | Jaar: 2014

Na een mislukte poging gangsterbaas 'The Ghost' te arresteren, krijgen agenten Schmidt en Jenko de opdracht om gewoon maar weer hun oude trucje te herhalen: er moet weer geïnfiltreerd worden. Dit keer is het de beurt aan de universiteit. Een nieuwe drug heeft daar al aan één studente het leven gekost. Aan onze 'helden' de taak om de dealer en uiteindelijk de leverancier op te sporen.

Regisseurs Phil Lord en Christopher Miller hebben de reputatie opgebouwd om op het oog weinig hoopvolle projecten succesvol tot een einde te brengen. Een filmversie van een televisieserie waarvan de laatste aflevering alweer ruim twintig jaar geleden werd uitgezonden, leek nou niet bepaald een garantie voor succes. Ook een film over legopoppetjes kon in eerste instantie vooral op scepsis rekenen. Toch werden zowel 21 Jump Street als The Lego Movie niet alleen door het publiek, maar ook door de critici omarmd. De verwachtingen voor 22 Jump Street zijn dan ook hooggespannen. Maar een sequel is altijd een risico: valt het eerste deel te overtreffen? En lukt het de makers om niet te veel in herhalingen te vallen?

22 Jump Street is inderdaad vooral méér van hetzelfde, maar voelt nooit als een luie herhalingsoefening aan, zoals dat bij The Hangover 2 bijvoorbeeld het geval was. Dat is voor een groot deel te danken aan de chemie tussen hoofdrolspelers Jonah Hill en Channing Tatum, die ook al in het eerste deel zo goed werkte. De twee zijn hier nóg beter op elkaar ingespeeld en lijken ook écht de grootste lol met elkaar te hebben. Daarnaast zit de film ook weer propvol geslaagde grappen en grollen. Zo is de scène waarin Schmidt spontaan aan een 'poetry slam' meedoet pijnlijk komisch. En of het nou een hoorcollege, een feestje of een footballwedstrijd is; alledaagse schoolactiviteiten ontaarden altijd in hilariteit door toedoen van de twee klunzige undercoveragenten.

Lord en Miller zijn zich duidelijk bewust van de valkuilen die een vervolg met zich meebrengt. 22 Jump Street zit dan ook vol met zelfbewuste humor. “At first, nobody gave a shit about the Jump Street reboot.” brengt een personage in herinnering. Maar die werkte prima, dus: “Do the same thing, everyone's happy”. Dit soort metahumor blijft de hele film lang terugkomen, die eigenlijk nog het beste werkt. Als kapitein Dickson zegt dat het budget van project Jump Street door het succes verdubbeld is, is de knipoog overduidelijk. Maar die belofte wordt ook ingelost. De productiewaarde is zichtbaar verhoogd, wat méér, betere en vooral ook nog grappigere actiescènes oplevert.

Het gebeurt niet vaak dat een vervolg het vorige deel overtreft. Toch is dat met 22 Jump Street het geval. Dat de film in grote lijnen een kopie van zichzelf is, is dan voor de verandering ook helemaal niet erg. Bij weer een kassucces, zal een derde deel ongetwijfeld ter sprake komen. Toch is nóg een keer op herhalingsoefening gaan waarschijnlijk iets te veel van het goede... Miller, Lord en consorten lijken zich ook dáár terdege van bewust. Blijf bij de aftiteling dus vooral even zitten om hun hilarische toekomstvisie op de filmreeks te aanschouwen.