Het eerste deel in de Purge-reeks pakte niet helemaal uit zoals de bedoeling was. Vooruit, aan de kassas bleek James DeMonacos mix tussen slasher en thriller een goudmijn en haalde veel meer op dan zijn oorspronkelijke (slechts drie miljoen dollar bedragende) budget. Toch voelde een groot gedeelte van het publiek zich na afloop enigszins bestolen: het originele uitgangspunt bleek namelijk niet veel meer dan een kapstok voor de zoveelste clichématige home invasion thriller. Het is goed om te zien dat DeMonaco de kritiek bij het maken van een vervolg ter harte heeft genomen. Het tweede hoofdstuk Anarchy kent nog steeds zijn tekortkomingen, maar is absoluut een verbetering ten opzichte van zijn voorganger.
Het meest teleurstellende aan het vorig jaar verschenen The Purge is dat de film zich slechts focuste op het lot van één rijke familie. Als kijker konden we hierdoor niet meer dan een glimp opvangen van de volledige anarchie die de jaarlijkse zuivering te bieden heeft. Ook DeMonaco lijkt dit begrepen te hebben en kiest dit keer voor een grootschaligere setting. Het uitgangspunt blijft onveranderd: voor één nacht per jaar wordt alle misdaad toegestaan, met alle gevolgen van dien.
Zo blijkt dat in een stad met duizenden inwoners iedereen de nationale feestdag op een andere manier beleeft. Welgestelde gezinnen verschansen zich veilig achter hun peperdure beveiligingsapparatuur terwijl de armen hun nacht bevend achter slot en grendel doorbrengen. Wapenhandelaren proberen een slaatje te slaan uit de situatie en doodnormale burgers nestelen zichzelf met een biertje en een sluipschuttersgeweer op het dak van een hotel voor een avondje sadistisch vertier.
Temidden van alle chaos rijdt een naamloze politiesergeant (Frank Grillo) door de stad met een eigen missie. Zijn plannen komen echter op losse schroeven te staan wanneer hij een moeder en dochter en een gestrand stelletje van een ongelukkig noodlot weet te redden. Samen met zijn niet al te snuggere gezelschap, dat vaker een blok aan zijn been vormt dan echt iets bij te dragen heeft, moet de sergeant de nacht zien te overleven tegen gemaskerde bendes en tot de tanden toe bewapende SWAT-teams.
Met Frank Grillo heeft de serie eindelijk te pakken waar het in het vorige deel zo aan ontbrak: een charismatische hoofdpersoon. De rol van typische zwijgzame antiheld in de trant van jaren 80 actieklassiekers als Escape From New York lijkt de toch al alweer vijftigjarige acteur op het lijf geschreven te zijn. Dat de rest van de club vooral bestaat uit bordkartonnen figuranten zonder enig noemenswaardige bijdrage op acteergebied zullen we hierbij maar voor lief moeten nemen. Zelfs de normaal zo betrouwbare Michael K. Williams (bekend uit HBO-series als The Wire en Boardwalk Empire) maakt een bespottelijk optreden als militante verzetsleider, onbedoeld een komisch persiflage op Samuel L. Jackson.
Naast de tegenvallende bijrollen zijn er ook nog een aantal andere valkuilen die DeMonaco in dit tweede hoofdstuk nog steeds niet weet te omzeilen. Heel creatief in het bedenken van uitwegen voor zijn hoofdpersonen is hij niet, en vele confrontaties eindigen net iets te vaak op dezelfde manier: slechterik lijkt de overhand te hebben, maar wordt op het laatste moment in zijn rug geschoten door een ander personage. Voorspelbaarheid ligt al snel op de loer. Ook kleven er nog steeds een aantal zeer onlogische aspecten aan het hele zuiveringsgebeuren. Waarom de relschoppers om klokslag zeven uur direct braaf hun wapens weg zouden gooien terwijl er nog geen hulpdienst op straat te zien is, is in elk geval een raadsel.
Ondanks zijn tekortkomingen heeft The Purge: Anarchy nog steeds een stuk meer amusement te bieden dan zijn voorganger. De nadruk ligt dit keer meer op de actie en de setting ademt een plezierig nostalgisch sfeertje. Zo scherp en maatschappijkritisch als de film zich voor wil doen wordt het nooit, maar hoe minder serieus de serie zich lijkt te nemen des te vermakelijk het wordt. Guilty pleasure? Reken maar van yes.