Het was al een vreemde keuze om de typisch Britse kostschoolavonturen van de dolle tweeling Pat en Ann naar Duitsland te verplaatsen. De geestestweelingskinderen van schrijfster Enid Blyton heetten in het Duits opeens Hanni en Nanni en hun chique school St. Claire's werd omgedoopt naar de Lindenhof. Om de verwarring compleet te maken werden de avonturen van de twee zusjes in ons land enkel in een Nederlands gesproken versie uitgebracht. We zijn inmiddels aanbeland bij deel drie, maar tegelijkertijd dichter bij de geest van de oorspronkelijke boeken, want de meisjes -onder leiding van de strenge mevrouw Magerlein- krijgen bezoek van de Britten.
Aan lessen volgen komen de twee lookalikes nauwelijks toe. Er speelt namelijk wel heel veel op de Lindenhof. Zo gaan er geruchten rond dat het er flink spookt en waart een vreemde verschijning door de gangen. Daarnaast maken de meisjes zich op voor de komst van een Britse schoolklas en hebben ze zich op een opvoering van Romeo en Julia gestort. Als Hanni de vrouwelijke hoofdrol binnenharkt wil ze haar zus niet passeren en bedankt voor de eer. Dan heeft de kokkin ook nog eens de grootst mogelijke moeite om een opvolger te vinden en tot overmaat van ramp is er door een domme fout van Magerlein niet een bus schoolmeisjes, maar een groep bekakte kostschooljochies besteld. Dit leidt tot de eerste kalverliefde van zowel Hanni als Nanni en tot een mogelijke wig tussen de hechte tweelingzusjes.
De vergelijkingen met de Harry Potter-reeks werden bij het vorige deel van De Dolle Tweeling al veelvuldig getrokken, maar bij deze opvolger gaat het nog een stapje verder. Er is een mysterie dat opgelost moet worden, de hormonen gieren door de ranke lijven van de meisjes en door de schoolgangen en De Lindenhof krijgt ook nog eens bezoek van een groep buitenlandse pupillen. Zelfs met de setting van de grote eetzaal wordt er flink geknipoogd naar het werk van J. K. Rowling. Waar het echter misgaat, is de karakterontwikkeling. Verder dan kalverliefde en de rivaliteit tussen jaloerse bakvissen, waarvan één een overduidelijke bitch is, komt het namelijk niet. Tot overmaat van ramp dingen Hanni en Nanni ook nog eens naar de aandacht van dezelfde Britse jongen, die niet door heeft dat hij met een tweeling te maken heeft.
Ook bij het publiek wekt dit nogal eens verwarring en het zou geen kwaad hebben gekund als de tweelingzusjes voortdurend met een naamplaatje hadden rondgelopen. De bijfiguren zijn ééndimensionaal en gaan met hun accentjes al snel op de zenuwen werken. Vooral de kolderieke paradijsvogel Mademoiselle Bertoux gaat met haar Franse accentje al vlug op de zenuwen werken. Naast de vele Vlaamse stemmen -want de zuiderburen moeten ook bediend worden- is de Nederlandse nasynchronisatie ook nog eens voorzien van Engels gewauwel om duidelijk te maken dat we met de Britten van doen hebben. Hoe sweet de Engelse hunk Clyde de tweeling ook vindt, de sympathie van de kijker kan het tweetal maar moeizaam ontvangen. De Dolle Tweeling-reeks ontbeert fantasie, een degelijke karakterontwikkeling en verhaalopbouw. Heel ingewikkeld had dat niet hoeven zijn; het had prima kunnen samengaan met de lol waar de jeugdige kijkertjes toch vooral op af zullen komen.