Mia Hall is zon ontzettend gelukte tiener aan wie je eigenlijk een enorme hekel zou moeten hebben, ware het niet dat ze een ongekende charme heeft en een ontwapenende indruk maakt. Ze is het eerste kind van twee voormalige rockers die nog een beetje in hun jeugd zijn blijven steken. Het gezin Hall is er misschien niet één uit de postordercatalogi, maar desondanks heerst er volop harmonie. Mia is een begenadigd celliste die een plekje probeert te scoren aan het fameuze Juilliard in New York. En dan is er ook nog de knapste jongen van de school die met het meiske op date wil. Al deze vreugde schreeuwt er haast om om flink verknald te worden. Dat gebeurt dan ook. Het noodlot slaat toe als de Halls tijdens een autoritje een fatale botsing beleven.
Het is aanvankelijk een verademing dat het conflict in R. J. Cutlers verfilming van de bestseller If I Stay van Gayle Forman nu eens niet schuilt gaat in een getroebleerde gezinssituatie. Lange tijd verkeert Mia tussen leven en dood. Ze aanschouwt de gevolgen van het ongeluk en reist met de ambulance af naar het ziekenhuis waar haar gezinsleden en zijzelf in de kreuk liggen en vechten voor hun levens. Het is niet zozeer dat Mia niet kan aanvaarden dat ze wellicht al naar de andere wereld is vertrokken, het gaat er nu juist om of het muzikale meisje de kracht kan vinden om het leven te omarmen. Tegelijkertijd laat Cutler ons zien hoe hard Mia daar mee bezig was. De inschrijving en audities voor de muziekschool. De kalverliefde met Adam, die net als Mias vader in een rockband speelde. Cutler zet de twee verhaallijnen tegen elkaar af. Maar het contrast tussen hoop en wanhoop, verleden, heden en toekomst wil maar niet echt aanslaan.
If I Stay wordt naast een overdreven hoeveelheid vals sentiment en melodrama gekenmerkt door een foutieve ritmiek. Cutler zapt op onlogische momenten door de tijd en blijft soms te lang in een periode hangen. De scènes waarin Mia haar toekomst uitstippelt, zijn al niet bepaald hoogdravend, maar ze contrasteren in kwalitatief opzicht te sterk met de sores in het ziekenhuis. Mia hangt maar een beetje rond de bedden van haar gezinsleden, trekt alle ellende zich enorm aan en probeert wanhopig door te dringen tot haar vrienden en familieleden die haar natuurlijk helemaal niet kunnen zien. En dat terwijl Cutler genoeg talent binnen heeft gehaald om een beklijvend drama af te kunnen leveren over een meisje dat nog lang niet klaar is met al haar plannen en deze energie gebruikt om de dood te slim af te zijn. Vooral hoofdrolspeelster Chloë Grace Moretz probeert alle zeilen bij te zetten, maar haar immer betoverende aanwezigheid blijkt hier niet afdoende.
Cutler is afkomstig uit de televisiewereld en levert met deze kleffe boekverfilming zijn eerste speelfilm af. Hij dweept met de harmonie van Mias gezin en de vele gelijkenissen tussen Adam en Mias vader waar je een verkapt Oedipuscomplex in kunt zien. Wat aanpak en thematiek betreft worden associaties opgeroepen met The Lovely Bones. Peter Jacksons drama was ook al niet zon hoogvlieger, maar hier had het dode meisje in ieder geval nog een misdaad op te lossen. Vooral in de afsluitende akte gooit Cutler er een overdreven tranentrekkend sausje overheen, waarmee hij het kleine beetje krediet dat hij nog overhad, compleet verliest. Mia is in alle denkbare opzichten een bijzonder meisje, dat zich onderscheidt van de massa. Cutler wrijft ons dit voortdurend in. Het is jammer dat hij met dit zwakke puberdrama enkel dertien-in-een-dozijn bakvissen aan zich zal weten te binden.