What If
Recensie

What If (2013)

Romantische komedie die graag indie wil zijn, maar iets te scheutig is geweest met het semi-intellectuele gebrabbel van zelfbewuste twintigers.

in Recensies
Leestijd: 2 min 44 sec
Regie: Michael Dowse | Cast: Daniel Radcliffe (Wallace), Zoe Kazan (Chantry), Adam Driver (Allan), Megan Park (Dalia), Mackenzie Davis (Nicole), Rafe Spall (Ben), e.a. | Speelduur: 102 minuten | Jaar: 2013

Wallace woont op zolder bij zijn zus. Zijn relatie is voor de zoveelste keer stukgelopen en met zijn geneeskundestudie is hij gestopt. Op een feestje van zijn oude huisgenoot Allan ontmoet hij Chantry. Waar Wallace maar wat aanmoddert, heeft Chantry alles voor elkaar: ze heeft een leuke baan als animator en woont al vijf jaar samen met haar vaste verkering. Vanaf het eerste moment is er een klik. De twintigers lijken voor elkaar gemaakt en worden dan ook onafscheidelijk. Chantry heeft er vanaf nu een soulmate bij, maar Wallace heeft in Chantry zijn droomvrouw gevonden. Hoe gaan de twee de balans vinden tussen vriendschap en liefde?

What If is een romantische komedie van Michael Dowse (It's All Gone Pete Tong, Goon) met in de hoofdrollen Daniel Radcliffe en Zoe Kazan. Kazan heeft zich bewezen als comédienne (in onder meer Happythankyoumoreplease en het door haar zelfgeschreven Ruby Sparks), voor Radcliffe is de rol van Wallace zijn eerste uitstapje naar het komediegenre. Het gaat hem goed af en de chemie tussen de twee acteurs valt niet te ontkennen, maar hun Wallace en Chantry vormen toch een raar stel. Net als de vriendschap tussen Wallace en zijn oude huisgenoot Allan (gespeeld door Adam Driver, die elke scène steelt) ook moeilijk voor te stellen is. Maar er is wel meer moeilijk voor te stellen in deze romkom.

De zogenaamd sociaal worstelende personages zijn wel heel gevat en welbespraakt. Van origine is What If een toneelstuk en vanzelfsprekend is daarom een grote rol weggelegd voor de dialoog. De conversaties in de film zijn geregeld raak en geestig, maar even vaak haast moeilijk te verdragen vanwege zoveel eloquent gebrabbelde volzinnen. Gek dat er in een film die draait om onzekerheid nergens sprake is van enige onzekerheid.

What If is een komedie met personages en dialogen in de lijn van Woody Allen en zijn hedendaagse nazaten, zoals Noah Baumbachs Frances Ha en Lena Dunhams HBO-serie Girls (ook met Adam Driver). Dat betekent eigengereide, zelfbewuste en eeuwig tobbende twintigers die druk zijn met het existentialistische vraagstuk omtrent hun leven. Met dat verschil dat What If het niveau van bovengenoemde rolprenten nergens haalt en de balans tussen sympathie en irritatie vaak uitslaat richting irritatie.

Ook de vergelijking met (500) Days of Summer uit 2009 doorstaat What If – die graag net zo indie en onconventioneel lijkt te willen zijn – niet glansrijk. De film van Dowse is weliswaar een onderhouden komedie die impliceert een originele invalshoek te kiezen, maar volgt in feite fijntjes de wetten van het genre. ‘Boy meets girl’ alleen heeft deze meid al een andere jongen ontmoet. Niks wereldschokkends, niks nieuws onder de zon. De hele film draait rondom de vraag of de jongen het meisje krijgt, om vervolgens de uiteindelijke ontknoping snel en enigszins onbevredigend af te raffelen. Als metafoor voor de gemoedstoestand van hoofdpersoon Chantry dartelen geregeld geanimeerde mangameisjes voorbij, die overeenkomstig Chantry’s kijk op de verwikkelingen huilen of verrukt hun vleugels uitslaan. Het is een overbodige toevoeging die het geheel nog zoeter maakt. What If is When Harry Met Sally voor de Y-generatie. Zo baanbrekend als de komedie uit 1989 was, zo conventioneel is deze hedendaagse liefdesgeschiedenis.