Ingrid zit in een kaal appartement en tuurt uit het raam. Ze begint haar zicht te verliezen, vertelt ze via een voice-over in het begin van Blind. Dokters hebben gezegd dat ook haar verbeeldingsvermogen daardoor af zal nemen en uiteindelijk helemaal zal verdwijnen. Maar Ingrid kan dat aftakelingsproces wel proberen te vertragen, zegt ze. De Noorse filmmaker Eskil Vogt, vaste scenarist van Joachim Trier, weet dat in dit regiedebuut op een originele en rake manier te vangen.
Blind gaat over een vrouw die steeds meer moeite heeft om grip te houden op beelden en herinneringen. Vroeg in de film probeert ze nog zo veel mogelijk visuele details in zich op te nemen, maar de chaos in haar hoofd begint al snel vorm te krijgen. Opeens start een nieuwe verhaallijn, over een eenzame pornoverslaafde man (tere zieltjes zijn bij dezen gewaarschuwd) die vanuit zijn appartement de buurvrouw bespiedt, een alleenstaande moeder van een zoontje. Of is het nou een dochtertje? Uit het niets is de kinderkamer van kleur veranderd en zien we een ander kind op een ingelijste foto staan.
Eskil Vogt maakt zijn kijkers met opzet in de war door binnen een scène locaties en details door elkaar te halen. Zien we een gesprek tussen twee mannen in een café, begint opeens de straat op de achtergrond aan ons voorbij te trekken. Naadloos is de setting verplaatst naar een tram, terwijl het gesprek gewoon door blijft gaan. Welke van deze twee versies is de juiste? Of zijn ze allebei verzonnen?
Wanneer we niet veel later zien hoe Ingrid is begonnen een boek te schrijven, begint duidelijker te worden dat zeker een deel van wat we zien compleet fictief is. Maar dan nog blijft Blind een intrigerende wanorde van vertellingen. Telkens weer word je op het verkeerde been gezet. Ingrids groeiende vertwijfeling over hoe de realiteit nou precies in elkaar steekt, wordt daarmee pakkend overgebracht op de kijker.
Hoewel de basis van het verhaal dieptragisch is, zorgt Vogt ervoor dat zijn film niet vervalt in een opeenstapeling van droefenis. Gesproken tekstberichten die in het openbaar worden afgespeeld, een afspraakje in een restaurant waarbij de vrouw haar blindheid probeert te verbergen; het zijn amusante zwartkomische momenten, die ook meteen iets zeggen over hoe blind zijn moet voelen.
Blind is een fascinerende zit. Zelfs als de film is afgelopen, kan het overkoepelende verhaal nog op meerdere manieren worden geïnterpreteerd. Je zou zelfs kunnen stellen dat alles is gefantaseerd. Dat de hoofdpersoon niet eens een schrijfster is maar uitsluitend bij het raam van haar appartement zit, peinzend over hoe haar leven had kunnen zijn. Een deprimerende gedachte, maar uiterst vindingrijk en treffend neergezet.