Idealen zijn vredig, geschiedenis is gewelddadig. Dit citaat uit Fury vat niet alleen de film samen, maar mogelijk zelfs het gehele oeuvre van schrijver-regisseur David Ayer. In zijn films is geweld nooit de juiste oplossing, maar toch lijkt hij keer op keer schouderophalend te moeten constateren dat het wel de enige oplossing is waar men altijd op terugvalt. Geweld is immers een vaste waarde op zowel de straten van South Central Los Angeles (waar Ayer opgroeide) als in het leger (waarvoor hij zich op zijn achttiende aanmeldde). Aldus is het niet vreemd dat Ayer na diverse in L.A. gesitueerde films (onder meer Harsh Times en End of Watch) zich nu in het oorlogsgenre begeeft. De eindstrijd tussen Amerikaanse en Duitse soldaten blijkt echter niet veel eervoller dan die tussen straattuig en politieagenten aan de andere kant van de wereld.
Fury speelt zich af in april 1945, een tijd waarop het klip en klaar was dat het Derde Rijk spoedig ten onder zou gaan. Tankcommandant Don Wardaddy Collier is zich daarvan bewust, maar zoals hij al treffend opmerkt: voor het onvermijdelijke einde van de oorlog zullen nog een hoop mensen moeten sterven. Een eenvoudige overgave van het Duitse leger zit er nu eenmaal niet in. De voorbije drie jaar heeft Collier zijn vierkoppige bemanning ongeschonden door de oorlog geloodst, maar bij aanvang van de film is een ervan toch omgekomen. De vrijgekomen plek in zijn Shermantank (genaamd Fury) wordt daarom opgevuld door Norman, een jongen zo groen als gras die niet bepaald gelukkig is met zijn nieuwe functie. Dat gevoel is wederzijds, want de overige bemanningsleden zitten ook niet op de onervaren angsthaas te wachten.
Het contrast tussen Norman en de overige soldaten kan dan ook bijna niet groter zijn. De oorlog heeft namelijk niet alleen zijn sporen nagelaten op de roestige tank, maar ook op zijn bemanning. De mannen ogen vies, ongeschoren en vermoeid, maar hebben ook psychologisch de nodige schade opgelopen. Nobele strijders zijn het allerminst; zodra ze een dorpje hebben ingenomen, begint direct het plunderen en feestvieren. Het moge duidelijk zijn dat Ayer weinig op heeft met de mythe van de zogenaamde Greatest Generation. Collier is niet veel beter dan zijn mannen, maar hij geeft Norman meer een kans zich te bewijzen als een waardevolle aanwinst voor het team. Dat doet hij echter op een niet al te prettige wijze: hij dwingt de jongen een gevangengenomen SSer executeren. Op dat moment schemert er iets door van een vergelijkbare situatie in Training Day, waarvoor Ayer het scenario schreef.
Dat Ayer bepaalde aspecten van zijn eerdere werk recyclet, is niet erg aangezien hij er genoeg nieuwe dingen mee doet. In Training Day liet hij namelijk een door de wol geverfde narcotica-agent zien die aanvankelijk nog vrij sympathiek leek, maar zich gaandeweg steeds meer ontpopte tot de schoft die hij eigenlijk was. In Fury wordt die opzet min of meer omgedraaid. Ayer toont al snel de nare kanten van Collier, maar neemt vervolgens wat afstand en verschuift het perspectief naar Norman. Via hem probeert hij wat meer begrip te kweken voor de verbitterde sergeant. Wanneer de soldaten op een zeker punt de strijd aangaan met een Duitse overmacht, dien je immers enigszins te hopen dat ze een kans hebben die te overleven.
Het moge duidelijk zijn dat ondanks de casting van Brad Pitt dit geen tweede Inglourious Basterds is. Anders dan met het kolderieke gestuntel in Quentin Tarantinos oorlogsfilm, valt er om de gebeurtenissen Fury namelijk maar bitter weinig te lachen. De film is grimmig en ruw en zoekt zijn inspiratie meer bij Vietnamfilms. Op technisch gebied lijkt Ayer vooral te hebben gekeken naar Saving Private Ryan en hoewel hij net niet de technische meesterschap bezit van Steven Spielberg, zit hij er niet ver vanaf. Ayer filmt dynamisch, dicht op de huid en toont landschappen die net zo beschadigd zijn als de personages. In de strijd gaat het er bikkelhard aan toe (aan beide kanten vallen de doden bij bosjes), wat de spanning zeker ten goede komt. Een duel met een superieure Duitse tank vormt dan ook een van de meest intense scènes van het jaar.
Lees ook de interviews met castlid Logan Lerman en regisseur David Ayer.