In de Deense misdaadthriller De Fazantenmoordenaars, Fasandæberne voor hen die de moerstaal machtig zijn, wordt het verleden eens lekker opgerakeld. De titel wordt door filmmaker Mikkel Nørgaard niet uitgelegd, maar er is niet bijster veel fantasie voor nodig om te bedenken dat het slaat op de praktijken van de rijkeluiszoontjes die betrokken lijken te zijn bij een geruchtmakende dubbele moord tijdens hun kostschoolperiode. Het was de succesvolste Deense film van het afgelopen jaar en een bewerking van het spannende boek van Jussi Adler-Olsen. Deze auteur schreef Serie Q, een reeks boeken rondom de chagrijnige maar doortastende speurneus Carl Mørck die samen met zijn Tunesische collega Assad zijn potlood kapot kluift op moeilijke, onopgeloste zaken. Vorig jaar verscheen in ons land het eerste deel, The Keeper of Lost Causes.
Na afloop van een bedrijfsfeestje, waarbij Mørck kennismaakt met zijn nieuwe assistente die hopelijk wel langer dan een half jaar op haar stoel blijft zitten, wordt de politierechercheur aangeklampt door een collega die nog steeds met de onopgeloste moord op zijn twee kinderen in zijn maag zit. Veel tijd om door te vragen krijgt hij niet want de vader van de vermoorde tweeling slaat de hand aan zichzelf en wordt dood in een badkuip gevonden. Mørck krijgt het dossier op zijn bureau gedropt en probeert samen met Assad de zaak te heropenen. De misdaad speelde zich af in 1994 en de sporen wijzen al snel richting het rijkeluismilieu van een kostschool. Een medestudente, Kimmie, pleegde destijds een mysterieus telefoontje naar de politie. Sindsdien is er van de vrouw geen spoor meer vernomen.
De Fazantenmoordenaars is een klassiek geval van iedereen kan schilderen. Nørgaard doet teleurstellend weinig moeite om de boel spannend te houden of de kijker op het verkeerde been te zetten. Dit komt vooral tot uitdrukking in de vele flashbacks naar de helft van de jaren negentig, waarin personages voorbij komen van wie Mørck het bestaan nog niet eens afweet. Het is vervolgens ongeduldig afwachten tot het tweekoppige speurdersteam bij een steenrijke hotelmagnaat en zijn vriendje uitkomt. Ook wordt al vroeg duidelijk dat de link met de vermoorde broer en zus uiterst iel is. Het duurt zelfs tot de finale eer we het hoe en wat van de dubbele omlegging leren kennen. Maar dit ondergaan we met de vroege wetenschap dat er eigenlijk niet eens zo veel verbanden zijn tussen de slachtoffers en de verdachten.
Veertiger Nicolaj Lie Kaas, één van de leidende acteurs van de Deense cinema, kruipt voor een tweede keer in de huid van Carl Mørck. Het is nou niet bepaald een personage waar de vonken vanaf schieten. Hij is het type ruwe bolster blanke pit, die zo zijn eigen methoden heeft om de waarheid naar boven te krijgen. Aan dat archetype wordt bitter weinig variatie meegegeven. Kaas heeft de vette pech dat hij een rechtlijnig en fantasieloos script uit zijn hoofd heeft moeten leren, waarin de kijker eigenlijk altijd net iets meer weet dan de personages. Introducties van nieuwe bijfiguren, zoals de opstandige Kimmie, vinden telkens plaats op het moment dat je toch al weet wat hun functie is. De Fazantenmoordenaars probeert een grimmig beeld te scheppen van een old boys network met een duister verleden, waarin iedereen elkaar de hand boven het hoofd houdt.
Dit tweede deel in de thrillerreeks rondom inspecteur Mørck werd onder meer geschreven door de man achter de bewerking van het eerste deel van de Millennium-reeks. Van dit knappe schrijfwerk is bij invuloefening De Fazantenmoordenaars weinig meer te bespeuren. Meer iets voor een detectiveavondje bij de publieke omroep.