Fantastic Four
Recensie

Fantastic Four (2015)

Een reboot van de Fantastic Four? Doe maar niet…

in Recensies
Leestijd: 4 min 22 sec
Regie: Josh Trank | Cast:: Miles Teller (Reed Richards), Jamie Bell (Ben Grimm/The Thing), Kate Mara (Susan Storm), Michael B. Jordan (Johnny Storm), Toby Kebbell (Victor von Doom/Dr. Doom), Reg E. Cathey (Dr. Franklin Storm), Tim Blake Nelson (Dr. Allen), e.a. Speelduur: 100 minuten | Jaar: 2015

Het is een dubieuze trend om superheldenseries te rebooten. Soms pakt het geslaagd uit – denk aan de Batman-trilogie van Christopher Nolan – maar vaak zijn de motieven om opnieuw te beginnen een stuk vager of louter commercieel. Want wat viel er nou eigenlijk nog te verbeteren aan Sam Raimi’s Spider-Man (het derde deel daargelaten)? Ook zo’n project waar niemand op zit te wachten is de hervertelling van de ‘superheldenfamilie’ rondom Susan en Johnny Storm. De Fantastic Four werden door Marvel-man van het eerste uur Stan Lee begin jaren zestig bedacht als antwoord op de populariteit van Justice League van concurrent DC Comics. De reeks werd enorm populair, al bleef de eerste live-actionverfilming halverwege de jaren negentig op de plank liggen. Fantastic Four uit 2005 [/i] was best amusant, maar het vervolg The Silver Surfer ronduit irritant. Blijkbaar was het niet genoeg en besloot 20th Century Fox de boel opnieuw te verfilmen en daarbij meer aandacht te besteden aan de ontstaansgeschiedenis van de club.

De iets meer dan anderhalf uur die deze nieuwe versie van Fantastic Four onder regie van de jonge Josh Trank (Chronicle) duurt, voelt aan als een dagdeel. Het schrijversteam heeft zich vastgebeten in een scenario dat zeer zorgvuldig en gedetailleerd verslag tracht te doen van de achtergronden van met name jeugdvrienden Reed en Ben en het kosmische ongeluk dat hen en drie andere ongelukkigen opscheept met superkrachten. De aanloop die zo’n beetje een derde van de speelduur in beslag neemt, is tergend langzaam en op momenten uiterst saai. Een jonge Reed Richards is een bolleboos, die niet gesnapt wordt door zijn omgeving en zelfs een spreekbeurt voor zijn klas verknalt omdat hij voor fantast wordt versleten. Hij wordt vrienden met Ben Grimm, de zoon van een schroothandelaar. Ze vinden elkaar in de interesse voor wetenschap, want Reed heeft een apparaat bedacht dat weliswaar alle elektriciteitsleidingen in de omgeving platlegt, maar ongelooflijk veel potentie heeft. De bedoeling ervan is dat hij een object kan laten verdwijnen en weer kan terugbrengen. Hij heeft alleen even geen verklaring voor de vreemde materie die bij het verschijnen meekomt. Zeven jaar later staan de twee vrienden op een wetenschapsbeurs van hun middelbare school en weten ze met hun geperfectioneerde uitvinding de aandacht te vangen van dr. Franklin Storm die hen een plaats aanbiedt in zijn instituut. Daar werken ze verder aan een project om mensen te teleporteren en worden ze vrienden met Storms zoon Johnny en pleegdochter Susan.

Het nadeel van hetzelfde verhaal opnieuw vertellen, oftewel oude wijn in nieuwe zakken, is dat je er ongelooflijk ongeduldig van wordt. Zelfs als er pogingen worden ondernomen om het allemaal heel grondig aan te pakken hoeft dit geen garantie voor succes te zijn. De personages van de Fantastic Four hebben nu eenmaal niet de diepgang van een Superman of Batman. De focus ligt in deze remake vooral op Reed en Ben, al is de laatste lange tijd nergens te bekennen. Fantastic Four anno 2015 haalt je pas uit je slaap als er wordt afgereisd naar een parallel universum (en geen vreemde planeet zoals in de oorspronkelijke verhalen) en de eerste grote speciale effecten van stal worden gehaald. Daarmee is één van de twee hoofdlocaties van deze gammele superheldenverfilming geïntroduceerd. Wat zich afspeelt op Planet Zero is nog wel enigszins spannend. Het blijkt een onpeilbare wereld met vreemde energiebronnen te zijn, die alle wetten van de aardse logica en wetenschap tart. Er is bovendien nog een vijfde personage, de arrogante Victor von Doom, die als geen ander de consequenties van het reisje gaat ondervinden.

Al het andere dat Trank er met zijn medeschrijvers bijhaalt, voelt aan als afleiding wanneer een ongeval op Planet Zero eenmaal zijn tol heeft geëist en zelfs thuisblijfster Susan Storm beïnvloedt. De terugkomers moeten enorm wennen aan hun nieuwe lichaam. Zo kan Reed opeens zijn ledematen en lijf als een elastiekje rekken, heeft Susan telekinetische gaven en kan zichzelf onzichtbaar maken, is Johnny licht ontvlambaar en is Ben veranderd in een stenen Hulk. Nu geeft al deze onwennigheid ruimte voor verdieping, maar nee Trank verdicht de tijd met een jaar en het nieuwe team is al lekker aan het spelen met zijn nieuwe vaardigheden. Vanaf dat moment ontspoort Fantastic Four pas echt flink. De visuele effecten zijn op momenten tenenkrommend en lachwekkend tegelijk en lijken zo uit een verouderde gameconsole te zijn gerold. De doodsteek is echter het verschijnen van schurk dr. Doom die er werkelijk ridicuul uitziet met zijn belachelijke masker. En alsof het iemand nog wat kan schelen bestaat de laatste akte uit een slordig uitgevoerd gevecht, waarvan de afloop al bij voorbaat vaststaat.

Fantastic Four valt in de categorie bedrijfsongevallen. De reboot voelt aan als gênante uitmelkerij, waar weinig plezier aan te beleven valt. Zelfs Stan Lee-spotters komen bedrogen uit, want de geestelijk vader van menig Marvelheld laat zich dit keer niet zien in een cameo. Godzijdank kun je na de finale meteen naar huis, want tijdens of na de aftiteling volgt geen bonusscène.